Trajecten: opdeling van het pad
Het Kungsleden is in vijf logische en ongeveer even lange stukken op te delen die ik trajecten noem. Deze trajecten hebben een begin- en eindpunt in de bewoonde wereld (wat dat ook moge betekenen in de binnenlanden van Zweden…) en er is openbaar vervoer naar de beginpunten en vanaf de eindpunten. De voorzieningen voor wandelaars verschillen tussen de trajecten: niet elk traject is als huttentocht te lopen. Het karakter van de gebieden van de zes trajecten verschilt ook. De beschreven trajecten zijn niet op veel andere plekken dan het begin- en eindpunt te bereiken of verlaten. De trajecten zijn weer opgedeeld in etappes die in een dag kunnen worden afgelegd. De etappes hebben een logisch begin- en eindpunt met een dak om onder te slapen, als dit er is. Als je een huttentocht maakt zal de etappe-opdeling min of meer overeenkomen met de wandeldagen die je maakt; als je wildkampeert heb je uiteraard veel meer vrijheid, maar de gemiddelde wandelaar zal min of meer de beschreven etappes aanhouden. Hieronder worden de trajecten beschreven, maar eerst gaan we naar het Dag Hammarskjöldleden.
Het Kungsleden heeft niet altijd de huidige route gevolgd. Het eerste deel is begin 20ste eeuw aangelegd; dit traject liep van Nikkaluokta naar Abisko en valt vanaf de hut Singi samen met het verderop beschreven traject 5 van het huidige Kungsleden. De eerste twee etappes van de klassieke route vallen tegenwoordig buiten de doorgaande Kungleden-route en het pad tussen Nikkaluokta en Abisko heet nu Dag Hammarskjöldleden. Op veel websites wordt dit traject foutief als Kungsleden aangeduid!
Beste tijd
De berghutten langs het Kungsleden zijn in het zomer/herfstseizoen geopend van ongeveer half juni tot de derde week van september. Uitsluitend in die periode zijn de meren over te steken per motorboot of roeiboot. Aan het begin van de zomer kunnen uitgestrekte sneeuwvelden rondom de hoge passen het wandelen nog lastig maken, daarom adviseer ik niet vóór begin juli de Zweedse bergen te betreden. Tot medio juli is de periode van de middernachtszon in het gebied dat het Kungsleden doorkruist: de zon gaat dan nooit onder. Al is het daglicht altijd aanwezig, de zon zal aan het begin van de nacht niet te zien zijn vanaf de meeste plekken, omdat deze dan laag boven de (bergachtige) horizon staat. Zijn er in juli veel bloemen te zien, in augustus zijn de bessen rijp. Begin augustus is de beste tijd voor de hjortron, een ware lekkernij. De tweede helft van augustus zijn de bosbessen rijp. Deze vind je werkelijk overal op de toendra en in de bossen.
Het vakantieseizoen van de Zweden valt tamelijk vroeg in de zomer en half augustus wordt het weer rustiger in de hutten. Dit is ook het moment dat de zomer langzaam overgaat in de herfst. De temperaturen dalen en er is 's nachts weer een aantal uur schemering. De eerste nachtvorst treedt vaak op rond deze tijd; dit is het moment dat de muggen verdwijnen. Vooral voor de kampeerders een heugelijk moment. De eerste herfstkleuren worden zichtbaar. De (korte) herfst vindt plaats rond de tweede en derde week van september, een schitterende tijd waarin het weer wel kan verslechteren. Vanaf half september is het 's nachts weer echt donker. Dit is de periode dat je kans hebt het noorderlicht waar te nemen. Niet veel later sluiten de hutten en worden de boten opgeborgen. Niet veel later worden de Zweedse bergen bedekt door het eerste laagje sneeuw van de lange winter.
Elk deel van de zomer of herfst heeft wat te bieden. Welke tijd jou ook het meeste aanspreekt, let op de periode van de Fjällräven Classic. Dit evenement wordt jaarlijks in augustus georganiseerd tussen Nikkaluokta en Abisko (op het Dag Hammarskjöldleden). Gedurende een week lopen enkele duizenden mensen over het Kungsleden. Is rust en eenzame bergen wat je zoekt, dan is het noordelijkste stukje Kungsleden in de week van de Fjällräven Classic te vermijden.
Dag Hammarskjöldleden: Nikkaluokta-Abisko
Het Dag Hammarskjöldleden is een variant op het traject tussen Vakkotavare en Abisko en is verreweg de meest belopen route. Vanuit het gehucht Nikkaluokta begint de tocht een enorm dal in, door de berkenbossen over glooiend terrein. Bij het meer Láddjujávri zie je een beroemd Zweeds bergpanorama: achter het meer wordt het Kebnekaisemassief zichtbaar, het hoogste van Zweden, dat aan deze zijde abrupt omhoogrijst. Je kunt je de kilometers langs dit meer besparen door een motorboot te nemen. De dalwanden naderen elkaar, het Kebnekaise fjällstation ligt spectaculair tussen hoge bergen. Op deze populaire plek tref je wandelaars, klimmers en bovendien luxetoeristen die zich met de helikopter hierheen hebben laten transporteren. Hierna klim je richting de pas die je naar het eigenlijke Kungsleden brengt, tussen hoge rotswanden door. Na de pas beland je in het grote gletsjerdal bij de hut Singi, waarna je het verderop beschreven traject richting Abisko verder volgt.
Mijn persoonlijke favorieten van dit traject:
- Indrukwekkende herfstkleuren weerspiegeld in een van de vele meren
- Een onverwacht noorderlicht op een van de eerste echt donkere nachten van het seizoen, half september
- Opgezwollen beken en watervallen die zich vanaf spectaculaire bergwanden links en rechts van het pad omlaagstorten na een nacht overvloedige regen.
Traject 1: Hemavan-Ammarnäs
Dit eerste traject staat bekend als één van de mooiste stukken Kungsleden en is desondanks relatief rustig. Het voert door het berggebied Vindelfjällen, het grootste natuurreservaat van Zweden. Veel van het gevarieerde landschappelijk schoon dat de Zweedse fjäll te bieden heeft, is te vinden op dit traject: een groot gletsjerdal boven de boomgrens, hoge pieken die ook in de zomer bedekt blijven met enige sneeuwvelden, één van de hoogste bergpassen van het hele Kungsleden, oeroude taiga, berkenbossen, meren en bergbeken. Dit deel van de route is voorzien van STF-berghutten en daarmee uitstekend geschikt voor het maken van een huttentocht. Je kunt elke dag proviand inkopen. Op de langere etappes kom je ook enige schuilhutjes tegen. Het pad is vrij eenvoudig te volgen.
Mijn persoonlijke favorieten van dit traject:
- De koffie en versgebakken wafels met room en hjortron-jam in het bergcafétje van de Viterskalshut (alleen in het winterseizoen).
- Het spectaculaire gletsjerdal Syterskalet, een van de meest alpiene stukken van het hele Kungsleden.
- De kleine sauna pal aan het enorme meer Tarnasjö, met een frisse plons in het heldere meer om af te koelen.
- De wijdse vergezichten over bergen en bossen vanaf de één-na-hoogste pas van het Kungsleden.
Traject 2: Ammarnäs-Jäkkvik
Het tweede traject van het Kungsleden loopt voor een deel net buitenlangs de eigenlijke hooglanden. Je hebt hier eerder wijdse vergezichten dan spectaculaire bergpanorama's, als je al boven de boomgrens loopt. Het traject begint met een uitstapje over een vlakke bergrug met uitzichten op de hoge, nabije bergen van Vindelfjällen. Je steekt door een diep rivierdal met dichte berkenbossen en de beschermde 'nationale' rivier Vindelälven en wandelt over wijdse toendra met glooiende bergruggen en grotere en kleinere meren. Rondom het gehucht Adolfström, de enige bewoonde plaats die je onderweg tegenkomt, wandel je in uitgestrekte berkenbossen en taigawoud. Je kunt hier een stukje van het pad afsteken met een tochtje per motorboot. Op dit traject vind je geen STF-hutten. Er zijn wel een aantal voorzieningen met een dak erop, maar ik raad af dit traject als huttentocht te lopen; het meenemen van een volledige kampeeruitrusting is dus aanbevolen. Het pad is op de meeste plekken vrij eenvoudig te volgen. Dit traject is duidelijk minder populair dan het eerste deel van het Kungsleden; ook in het hoogseizoen zul je weinig mensen tegenkomen. Het heeft daardoor meer het karakter van een wildernistocht.
Mijn persoonlijke favorieten van het tweede traject:
- Een eland met jongen ontmoeten in één van de dichte berkenbossen.
- Verre uitzichten naar noordelijke bergen vanaf de provinciegrens tussen Västerbotten en Norrbotten.
- 's Avonds hjortron plukken voor in een heerlijk, gezond ontbijt de volgende ochtend.
- Koffie en versgebakken wafels in het kneuterige wildernisrestaurantje Bäverholmen ˗ bestellen in het Zweeds!
- Vanaf de kampeerplek op de toendra kuddes rendieren langs zien lopen.
Traject 3: Jäkkvik-Kvikkjokk
Het derde traject van het Kungsleden is een logische voortzetting van het tweede. Je wandelt langs de buitenrand van de fjäll en loopt afwisselend door beboste dalen en kale toendra, waar de vergezichten bij mooi weer eindeloos kunnen zijn. Tegen het einde krijg je steeds meer zicht op het hooggebergte in het noorden. De eenzaamheid op dit traject is zo mogelijk nog groter dan op het vorige; op dit stuk pad ontbreekt onderdak vrijwel overal en daarom is het uitsluitend als wildkampeertocht te lopen. De roeiboot moet een klein stukje gebruikt worden en twee enorme meren worden per motorboot overgestoken. Er zijn bijna geen voorzieningen onderweg; je neemt (vrijwel) al je eten uit Jäkkvik (of Kvikkjokk) mee. Tijdens dit traject steek je de poolcirkel over. Op enkele punten vergt het volgen van het juiste pad wel wat navigatiewerk.
Mijn persoonlijke favorieten van dit derde traject zijn:
- Vanaf de pas onder de rotswand van Goabddábakte wijds terugkijken op een enorm meer en beboste heuvels.
- Een wildkampeerplek in het bos bij een meertje - 's avonds een gezellig vuurtje stoken.
- Wandelend de noordpoolcirkel oversteken; de afgelegenheid van de streek beseffen als zelfs op zo'n bijzondere plek niets te zien is dan een klein houten bordje.
- Een frisse zwempartij vanaf een klein kiezelstrandje in een beschutte baai van het enorme meer Tsjeggelvas.
Traject 4: Kvikkjokk-Saltoluokta
Tijdens dit deel van de het Kungsleden stijg je geleidelijk tot boven de boomgrens en worden de uitzichten weergaloos. Grote meren, taiga tot aan de horizon en de woeste hooggebergtemassieven van Sarek. Het Kungsleden loopt een klein stukje binnen de grenzen van dit illustere nationaal park; het is de enige gemarkeerde wandelroute in deze wildernis. Je steekt de kilometersbrede meren Laitaure en Sitojaure over per roeiboot of motorboot en het meest beroemde uitzicht van Zweeds Lapland ligt binnen handbereik, dat vanaf de top van de markante berg Skierffe. Uiteindelijk daal je via een breed, boomloos dal af naar Saltoluokta fjällstation, waar je een pont kunt nemen naar de weg met bustransfer naar het volgende traject (of de andere kant op, naar de bewoonde wereld). Dit traject is duidelijk populairder dan de voorgaande delen van het Kungsleden en het is uitstekend als huttentocht te lopen via STF-hutten. De fjällstations op beide eindpunten van dit traject bieden een optie op extra luxe.
Op dit vierde traject zijn mijn persoonlijke favorieten:
- Van fantastische vergezichten genieten op de toendra in het nationaal park Sarek.
- De magische omgeving van de hut Aktse aan het eind van de wandeldag op je laten inwerken (met de optie je heldhaftig op te frissen onder de koude buitendouche.)
- Op het beroemdste uitzichtpunt van Noord-Zweden 700 meter omlaag kijken naar de kleuren- en vormenmassa van de Rapa-delta (op een paar uur lopen van het Kungsleden).
- Genieten van drie heerlijke gangen inclusief uitstekende wijn in het beste restaurant van Lapland, Saltoluokta.
Traject 5: Vakkotavare-Abisko
Een bustransfer brengt je van Kebnats bij Saltoluokta naar de STF-hut Vakkotavare, waar het Kungsleden wordt vervolgd. Op dit noordelijkste traject van het Kungsleden vind je de verreweg meeste wandelaars. Het kan er ronduit druk zijn, zeker naar Zweedse begrippen. Er is een reden voor: dit is een zeer spectaculair deel van het Kungsleden. Dit traject is uitstekend als huttentocht te lopen via STF-hutten, maar je kunt een kampeertocht overwegen als je overvolle hutten wil vermijden. Vanaf de bushalte klim je gelijk steil tot boven de boomgrens naar een breed dal door een ruig gebergte, deel van het nationaal park Stora Sjöfallet. Je daalt af naar het dramatisch gelegen meer Teusajaure, om per roeiboot of motorboot over te steken en weer te klimmen naar toendrahoogte. Via de berkenbossen en bovenlangs het meer Padje Kaitumjaure loop je een enorm gletsjerdal in, omringd door indrukwekkende bergen, waaronder de hoogste van Zweden, de Kebnekaise. Twee wandeldagen verder eindigt dit dal op de hoogste pas van het Kungsleden, Tjäktapasset. Via dit meest alpiene deel van de route daal je weer naar de bodem van een enorm gletsjerdal. Je loopt langs de oever van het meer Alisjávri, waar je per motorboot een stuk kunt overbruggen. Je daalt af tot onder de boomgrens en loopt dan in het nationaal park Abisko, waar de minste neerslag valt van heel Zweden. Via een berkenbos tussen hoge toppen loop je langs het meer Abiskojaure en een woeste bergrivier die een fraaie canyon heeft uitgesleten naar het eindpunt Abisko fjällstation.
Mijn persoonlijke favorieten van dit laatste Kungsleden-traject zijn:
- Boven Vakkotavare uitkijken over de machtige bergmassa's van Stora Sjöfallet en Sarek, en besluiten ooit een wandeltocht daarheen te maken.
- Eindeloze herfstkleuren in de berkenbossen rondom Kaitumjaure.
- Het uitzicht vanaf de Tjäktja-pas: ver terugkijken over een groots gletsjerdal met hoge toppen aan beide zijden.
- Opwarmen in de knusse sauna van de Alesjaure-hut en vervolgens een loopplankje omlaag nemen naar de snelstromende rivier voor een fris bad.
- 's Ochtends vroeg de tent openritsen en alles met een onverwacht laagje sneeuw bedekt zien ˗ eind augustus.
- Naast de open haard in een relaxte stoel genieten van het uitzicht over het enorme meer Torneträsk en de bergen daarachter, wetende dat de wandeltocht volbracht is.