Vier uur na mijn vertrek uit Amersfoort boemelt de dieseltrein Delfzijl binnen. Mijn lunch zit al in mijn maag.
Een busrit van anderhalf uur door de hele provincie Drenthe was onderdeel van deze Langste heenreis van Nederland.
Een 4 HAVO/VWO klas uit Hoogeveen maakte haar schoolreisje in dezelfde bus.
Hoog tijd voor wat rust nu! Ik zet mijn eerste stappen op het LNNL.
Op naar België! 😃
In Delfzijl houdt men van wapperen met de Neptunusvlag.
Dat gaat prima in de stevige wind die er staat.
Er wordt ook fanatiek aan snoeien van heggen en maaien van gazons gedaan.
Het groen is hier vlak en recht, zoals dat hoort in het Groningse land.
Even later tref ik de gemeentelijke maaikoning in zijn John Deere 1505.
Een collega is in de speeltuin bezig de restjes gras rond de speeltoestellen weg te werken met zijn bosmaaier.
Langs het Damsterdiep vind ik nog een laatste bosje madeliefjes dat is ontsnapt aan de dienstdoende ambtenaren.
Een paar madeliefjes maken nog geen natuur.
Maar even later loop ik over een weggetje dat een klein bos ingaat.
Let op! Vallende takken waarschuwt een bordje.
Ik blijf staan en overweeg even het hele natuurpad maar te annuleren.
Levensgevaarlijk al die bomen! Maar ik blijf kalm en ga door.
😬
Ik loop over een bruggetje en onder me zie ik een natte fuut die een klein, glimmend visje in zijn snavel heeft.
De natuur is wreed! Zo weet ik tenminste dat ik nu serieus op het natuurpad ben aanbeland.
Na een stukje platteland loop ik tegen een buitenwijk van Appingedam aan. Troosteloze flatjes. Ik heb tenminste de mogelijkheid om deze plek te verlaten, en daar maak ik gebruik van. Even later ga ik langs een eeuwenoud kerkje op een terp. Daar houdt mijn wandelaarsoog meer van!
Kaarsrechte kilometers vreet ik langs het Eemskanaal door een open landschap. Grote akkers, grote weilanden, windmolens, hoogspanningsleidingen, reusachtige landbouwschuren. De top van een molshoop is het hoogste punt dat ik zie. Ik heb niet zoveel met dat kleiige biljartlakenlandschap. Noordoost-Groningen stond bij mij niet bekend als een wandelparadijs en dat gaat vandaag, pal wind tegen over een kaarsrecht betonplatenfietspad, niet veranderen.
Ik besluit af te wijken van de officiële route en een oude variant van het LNNL te proberen.
Het lijkt gewoon te kunnen.
Over een slingerend grasdijkje vol droogtescheuren loop ik over een smal paadje tussen massa's fluitekruid richting het woest klotsend Schildmeer.
Druktemakende kieviten dansen door de lucht.
Ik ben blij met deze keuze.
Dit is het hoogtepunt van de wandeldag.
😃
Mijn rechter stok blijft even steken in de dijk en na een paar stappen merk ik dat ik de rubberen tip ben verloren.
Wonder boven wonder vind ik hem terug in een spleet.
Alles onder controle! Letterlijk twee seconden later blijft mijn linker stok steken.
Dit keer zoek ik vruchteloos.
Het gras is hier te hoog.
Ik ben duidelijk niet meer in Delfzijl.
Ik ben een beetje klaar met deze omgeving en luttele rechte kilometers verder kom ik aan op camping Wildemansheerd. Aan de rand van een veldje staan twee kleine caravans. Ik ben de enige kampeerder. Om me heen staan bomen. Weg is de wind en de horizon. Overal zijn bloemen en vogels. Het is hier prachtig. 😃
HARKSTEDE FLIRT
Wat knap van me dat ik in een land dat volkomen waterpas lijkt, 's nachts naar het hoofdeind van de tent geschoven ben.
Ook nog eens tegen de wind in.
😬
Door gaat de tocht, onder een nog waterig zonnetje.
Het Dannemeer is een grote watervlakte.
Vanaf eilandjes klinkt onophoudelijk meeuwengeschreeuw.
Het is hier niet meer recht en hoekig, maar het wijdse blijft.
Mijn dagelijkse portie wrede natuur ligt op het fietspad: een 60 cm lange snoek met de ingewanden opgevreten.
Ik wijk weer af van de laatste LNNL-route om een stuk plankenpad door het meer te pakken.
Eenrichtingsverkeer, schrijft Staatsbosbeheer.
Het staat er echt.
Ik loop tegen de richting in, andere wandelaars zijn in geen velden of wegen te bekennen.
In dit land zijn te veel regels en te weinig consequenties als je je er niet aan houdt.
Ik stap door de flatsen van de meeuwen, die hun schaduwen laten flitsen over de plankjes.
Het geklots van water, de wind en het geschitter van de zon op het water doen wat met mijn evenwichtsorgaan.
Ik ben een landrot.
Ik hoor een fazant, een koekkoek en vooral een achtergrondkoor van vele vogels.
Verder is het stil.
Ik wissel het Dannemeer in voor het Schaldmeer.
In de achtertuin van een eenzaam woonhuis staat een tiental hoge antennes met zijsprieten, als masten van een VOC-vloot.
Dit lijkt op een behoorlijk uit de hand gelopen hobby.
In de verte doemt de skyline van Groningen op.
Enkele hoge gebouwen zijn achter velden en bossen zichtbaar.
Het Amersfoort van het noorden.
Ik vervolg het LNNL langs de Slochter Ae. Een kronkelend grasdijkje, links moerassig bos, rechts het riviertje omzoomd door riet. Kikkers kwaken, vogels dobberen. Dit is prettig wandelen. Ik vind het zelfs erg mooi hier.
Onvermijdelijk in Groningen is dat het weer plat, recht, wijds en verhard wordt. Kilometers lang stamp ik hersenloos door.
Ik beland in het dorpje Harkstede, waar via een op wandelaars gericht bordje met me wordt geflirt. Ja ik wil! Eten en drinken! Niet ver van de route vind ik een ongepland terras. En dat rond lunchtijd. Helemaal dikke prima!
Via een recreatiebos ga ik de A7 onderdoor. Een stuk platteland volgt dat wat saaiig is, maar niet meer wijds. De rest van Nederland komt langzamerhand dichterbij. Op de kaart volgt een kilometerslange, rechte lijn. Wat wordt dat nu weer voor iets? Het blijkt een prachtig, smal onverhard laantje te zijn. Heerlijk! 😃 Groen om mij heen, een glimp van een statig huis, en na het oversteken van een weg hoor ik steeds meer kikkers. Links en rechts van het dijkje waar ik over loop verschijnt meer en meer water tussen de bomen. Een enkele mug probeert mijn benen uit.
Hier in Westerbroek is het mooi, zo wil ik wel naar Goirle wandelen! Maar ik beland langs de drukke N860 en ik ben weer terug in hardcore Groningen. Het gehucht Waterhuizen bestaat grotendeels uit scheepswerven en een snackbar.
Ik ga een open natuurgebied in, Oosterpolder. Een laag dijkje kronkelt alle kanten op. Links en rechts zijn smalle, half verlandde slootjes. Er staan bosjes wilgen en berken. In een moerasje zie ik eens wat andere bloemetjes dan paardebloem en fluitekruid.
Ik schamp Haren via een zandlaan. Het is mooi wonen hier. Daarna Onnen. Nooit van gehoord, maar nog mooier wonen. Na dit dorp realiseer ik me dat er overal bomen staan in het landschap. Dat tussen kleine percelen slootjes lopen. Dat niet het mais uit de klei opschiet, maar dat er paarden en schapen in grasland staan. Dat er meerdere huizen tegelijkertijd zichtbaar zijn. Dat dit woonhuizen zijn in boerderijstijl en niet industrieel-agrarische complexen. Dat het losse gravel onder mijn zolen knerpt. Ik ben blij! 😃
Ik loop de Onner Es op.
Het land begint te glooien, voor het eerst.
Ik beland op een weggetje van blank zand waar ik flink in wegzak.
Ook dat is Groningen, maar de volgende provincie kan niet ver meer zijn.
Ik ga een heus bos in.
Eiken, beuken, berken, dennen en wat waterpoeltjes her en der.
Ik vier de boswandeling met een pannenkoek.
Als ik stilsta hoor ik het bos om me heen knisperen.
Het groeit, en ik kan het horen.
Aan de rand van een volgend bos vind ik natuurvriendenhuis De Hondsrug, waar ik de enige overnachter ben op het trekkersveld.
Een ree wandelt voorbij op een tiental meter afstand.
Ik raak aan de praat met een andere gast.
Loop je het Pieterpad, is zijn vraag.
Nee, ik loop het Langste natuurpad van Nederland.
En dat is...? vraagt hij verwachtingsvol.
Het Langste natuurpad van Nederland! 😃
NEXT LEVEL
Ik hoor kikkers kwaken in een nabij ven.
De vogels beginnen zoetjesaan te fluiten.
Dat betekent dat ik niet slaap.
Mijn beenspieren doen zeer.
Ik heb koude voeten.
Na een tijd ben ik het zat, maar het is nog te vroeg om op te staan.
Ik rommel wat met kleding, slaapzak, luchtbed en slaaphouding en los het probleem op.
Pas tegen negen uur word ik wakker.
De zon schijnt op de tent, het is al lekker buiten.
Hoera! Gelukkig doe ik vandaag geen 34 km.
😬
De lente heeft er zin in vandaag en het bos houdt me koel.
De hulst staat in bloei.
Het is zondag en er zijn veel mensen op pad.
Er wordt gefietst, gewandeld en paard gereden.
Op open velden bloeit brem intens geel.
Wat ook intens geel is: de bovenste helft van de identieke outfits van een stel joggers.
Ze gaan me voorbij en blijven staan kijken bij een huis in Zuidlaren dat te koop staat.
Heb je 'm gekocht? vraag ik, als ze weer verder lopen.
Neeeeeeeee, d'r moet veel aan g'beur'n hoor!
Ik sla af van de asfaltweg en loop over kronkelige paadjes door bos en langs open zand. Twee rotondes over, en dan gelijk weer een zandlaan. Ik ben bij het dal van de Drentsche Aa gekomen. Het pad volgt min of meer de bosrand. Ik heb uitzichten over het rivierdal. Het wordt drukker met recreanten. Een richtingwijzer voor wandelaars geeft aan dat hier maar liefst drie LAW's samenkomen. En dan staat het LNNL er nog niet eens tussen!
De enige uitspanning die ik vandaag tegenkom is dicht wegens brand.
Jammer, het is lunchtijd.
Ik moet een beetje zuinig gaan doen met mijn water.
En een pauze in het bos doen!
Links en rechts zijn uitzichten over vochtig ogende graslanden met veel bloemen.
Hier en daar staat nog een huis.
Het is erg mooi wonen hier, en vast alleen voor de happy few.
Ik loop door dit open beekdal over een zandlaan met eiken die me in de schaduw houden.
Hier gaat ook het Pieterpad langs.
Een flinke kudde wandelaars beweegt zich in beide richtingen.
Bij het bruggetje over de Drentsche Aa klonteren ze wat samen voor een pauze- of kodakmoment.
Het LNNL kiest weer zijn eigen weg en de eenzaamheid van de langeafstandswandelaar is wederom een feit. Ik passeer een zijbeek. Af en toe klinkt een nabije plons als er weer een kikker wegduikt tussen de paardenstaarten.Links en rechts van het pad is het vochtig en staat het vol grote paardenstaarten. Het water staat op bijna dezelfde hoogte als het pad. Water + Zand = Modder. Ik stap over een vochtig stuk via strategisch neergegooide stammetjes. Intens kikkergekwaak is overal. Af en toe klinkt een nabije plons als er weer een kikker wegduikt tussen de paardenstaarten. Ik zie bloemen in allerlei kleuren, waaronder brede orchis. Er volgt een modderige takkenpassage om een diepe plas en ik beland in een veld dat er moerassig uitziet (want veel pitrus) maar dat niet is, en waar ogenschijnlijk geen pad loopt, dat er wel soort van is. Na het stuk Pieterpad is dit next level wandelen, heerlijk!
Ik beland op het Balloërveld, een groot, vlak heidegebied. Het is nog een beetje een dorre boel hier. Er staan wat eiken, berken, dennen en jeneverbes, maar er is weinig schaduw. De wind is gaan liggen. Ik loop over een breed, mul, recht zandpad. Het voelt als een strandwandeling bij tropische temperaturen. De voortgang is wat moeizaam en er is weinig te beleven op deze laatste kilometers voor Rolde. Ik geniet maar van de stilte en de afwezigheid van wind. En dat ik ontsnapt ben aan de Groningse klei.
Het tochtplan
Ik wil de komende maanden het Roots natuurpad (LNNL) helemaal gaan lopen van noord naar zuid, te beginnen met een lang weekend. Ik ga solo op pad.
De weersverwachtingen zijn tamelijk bewolkt en droog, met een warme minimumtemperatuur rond 10 graden en overdag richting de 20. Wel wat vlagerige wind op vrijdag.
Ik overnacht op natuurkampeerterrein Wildemansheerd (natuurkampeerkaart nodig!), op enige afstand van de route, en op het natuurkampeerterrein van natuurvriendenhuis De Hondsrug (Nivon-lidmaatschap of natuurkampeerkaart nodig!)
Volgens het plan eindig ik op een bushalte in Rolde.
In totaal wandel ik 76 km in drie dagen en leg daarmee traject 1—5 van het LNNL af. De tweede dag is de langste: 34 km, best fors. Onderweg is weinig horeca direct aan de route, maar ik kan ergens in een snackbar of pannenkoekenhuis een maaltijd nemen en drinkwater tappen. Verder ben ik zelfvoorzienend.
Ik ga op pad met zeer lichtgewicht spullenboel. Voor het eerst weegt wat ik meesleep op mijn rug (inclusief eten maar zonder drinkwater) minder dan 10 kg. 😃