Vanaf de bushalte gaat het gelijk stevig omhoog.
Het is windstil en soort van benauwd.
De route vliegt alle kanten op — omhoog, omlaag, links, rechts — en buigt soms bijna terug op zichzelf.
—Daarstraks waren we daar, wijs ik naar een punt tien meter verderop.
Dat gebeurt een paar keer.
Maar het is hier zo mooi, het is geen enkel probleem om elk hoekje van dit stukje stuwwal van dichtbij te bekijken.
Luie witte koeien liggen in warme weilanden vol jacobskruiskruid.
Graanhalmen buigen hun goudgele kopjes.
Daartussen staan klaproos, korenbloem en kamille.
Libellen vliegen in het rond.
In de bossen staan oude eiken en tamme kastanjes.
Hier en daar klatert een beekje de helling af.
Langs het pad door het kastanjedal, vlak bij de bijna 400 jaar oude Kabouterboom, vindt Dap op een begraafplaats een hoekje met kindergraven.
— Ik ben niet de enige, zegt ze ❤️🩹.
Heel wat hoogtemeters verder staan we aan de voet van de Duivelsberg.
Die ligt niet op de route van vandaag.
Op een houten hekje wordt met graffiti gewaarschuwd: danger, evil.
Maar er ligt een pannenkoekenhuis bij de top, dus we gaan nog wat extra hoogtemeters maken.
Het enige evil is een half uur wachten in de rij om een tafeltje te krijgen.
Populaire plek, maar de omweg waard!
Weer beneden, op weg naar onze overnachtingsplek in Duitsland, treffen we de eerste rijpe bramen van het jaar aan de oever van een visvijver.
We plukken een bakje vol voor bij het ontbijt.
Een mooie vangst!
We openen de poort van onze overnachtingsplek.
We zijn hier alleen, de eigenaren zijn op vakantie.
We staan achterin een diepe tuin, tussen de appel-, pruimen- en kweepeerboom, met een waterslang, overkapt bankje en poepdoos 💩 als enige faciliteiten.
Wat een plekkie!
De kudde nieuwsgierige pinken van de buren komt naast ons grazen.
Verder heerst hier diepe rust, tot de 🦟🦟🦟 komen.
KORTSTE PAUZE OOIT
Het prachtige, onverharde kastanjelaantje met traptreden brengt ons weer in duivelse sferen.
Drie uur vóór openingstijd staan we voor het pannenkoekenhuis.
Wat een rust hier! We zijn hier alleen met wat koeien en een buizerd op een paaltje.
Dap benoemt het vroege tijdstip en de stilte, en voegt er gelijk aan toe: Dat moet ik natuurlijk niet zeggen, want dan duikt er gelijk een wandelaar op.
En ja hoor, twee zelfs 🙈.
Vandaag hobbelen we door de bossen en een tijdje door heuvelend boerenland.
Oogstmachines razen over de glooiingen, ooievaars stappen over het maaisel op zoek naar wat interessants.
Dap en ik stappen de berm in als er een joekel van een apparaat langsrijdt over de smalle, onverharde weg.
Het is benauwd en rond lunchtijd krijgen we trek.
We zijn in het bos, vlak bij een kleine camping.
Verder is hier niets.
We ploffen neer tegen een dikke boom en trekken allebei een pakje hartkeks open.
Twee seconden later zie ik ze vliegen.
Er zijn hier 🦟🦟🦟.
Dap kan veel hebben, maar niet dat.
Weer twee seconden later staan we op.
Dit was de kortste pauze ooit.
Terras, leest Dap op de website van de camping.
Dat trekt.
Er is alleen ijs en koffie, maar de tuinbank onder de partytent is een geweldige faciliteit, want het begint te regenen.
Ik kan veel hebben, maar niet dat.
Wat een timing!
We gaan door als het weer droog is geworden.
Tijdens we pauze was ons het voortdurende geknal in de verte al opgevallen, en het wordt nu luider en luider.
Het lijkt of er wordt geschoten.
Het klinkt best dichtbij.
We staan in een dicht bos, er is niets te zien, maar je zou zweren dat ze op ons mikken.
Na weer een knal regenen de druppels uit de bomen vóór ons.
Knal — regen.
Knal — regen.
We trekken ons een paar meter terug, bestuderen de elektronische kaart en vragen google te hulp.
We staan in het verlengde van een schietbaan.
Altijd een knallend succes, zegt de website.
Nou nee.
We gaan voorzichtigheidshalve een perceeltje verder van de schietbaan verwijderd het bos door.
Zelfs dan vinden we nog een kleiduif.
Lekker dan.
De rust keert snel weer terug in het bos en we lopen naar onze overnachtingsplek.
We gaan het natuurkampeerterrein via de achterkant op en zetten de Hubba Hubba neer onder hoge douglassparren.
De bewolking wordt dikker, het lijkt te gaan schemeren en de toppen van de bomen schudden heen en weer.
Wat een timing voor het begin van de regenbuien 😎.
KERSJE OP EEN KLEIN TAARTJE
Het is nog een natte toestand buiten als we opstaan, maar de ☀️ schijnt al achter de bomen. We lopen terug naar de Zevenheuvelentrail en maken op de korte dag van vandaag het rondje af.
Door een prachtig dalletje gaan we, zigzaggend om een paar omgekukelde beuken.
Een hellinkje op over een nauwelijks zichtbaar spoor.
Even laten pakken we een stukje mountainbiketrail mee.
We stellen ons in de berm op om twee vroege MTB-er te laten passeren die in staat zijn een gesprek te voeren in een klim.
We lunchen op een picknickbank op een open vlakte omringd door steile hellingen, ongetwijfeld een oude groeve.
—Daarstraks waren we daar, wijst Dap omhoog.
Honden worden uitgelaten. Een nieuwgierig exemplaar riskeert een zere neus als ik de brander probeer aan te steken.
Er is een vrijgezellenfeestje gaande. Het klimmen in een grote, dode spar is één van de activiteiten.
Een oude vrouw heeft zich met haar rollator in het bos gewaagd en houdt het tafereel in de gaten.
Na de lunch volgen de laatste kilometers.
Dap en ik zijn het erover eens dat de organisatie van de Zevenheuvelentrail erg mooie, gevarieerde en vaak heel smalle paadjes voor ons heeft uitgekozen.
Soms is het kiezen tussen de braamstruiken links of de brandnetels rechts.
Vandaag is een mooie afsluiting van dit korte wandelweekend.
— Een kersje op een klein taartje, concludeert Dap.
De bus terug naar Nijmegen is nu tjokvol en we vinden nog net een staplaats.
De stad is helemaal in de ban van de aanstaande Vierdaagse.
Maar wij gaan weer naar huis, klaar met onze Nijmeegse Driedaagse.
Het plan
De toppen van de stuwwal in het beboste achterland van Nijmegen reiken tot krap 100 meter boven NAP.
Dit is het noordwestelijke uiteinde van de Nederrijnse Heuvelrug, die zich in Duitsland uitstrekt tusssen Rijn en Niers.
De Zevenheuvelentrail is — de naam zegt het al — een trailrun in het prachtige gebied van de Zeven Heuvelen.
Er zijn routes over verschillende afstanden, die al zigzaggend door het gebied de hellingen opzoeken over onverharde paden.
Die kun je ook wandelen.
De 42 km is het langste interessante parcours.
De eerste hobbel moet Dap al in de voorbereiding nemen: het natekenen van de kronkelende trail op de elektronische kaart, want een GPX is niet beschikbaar.
Daarna komen we erachter dat kleine delen van de route over normaliter afgesloten terrein lopen.
Enkele aanpassingen volgen tot we een mooi rondje hebben samengesteld.
De wandeling is in twee dagen te doen, maar we besluiten er een driedaagse van te maken met een lange dag in het midden en twee overnachtingen in de tent.
We pikken de route op bij Ubbergen (korte bustransfer vanaf station Nijmegen).
- Dag 1: Ubbergen — Zyfflich (D): 10 km, 350 hoogtemeters met overnachting bij een gastvrij NTKC-lid in de achtertuin (NTKC-lidmaatschap verplicht). Dit is gelijk het meest spectaculaire deel van de trail, over de steilrand van de stuwwal. Heb je geen tijd voor een driedaagse wandeltocht? Alhier is de N70 beslist één van de mooiste dagwandelingen van Nederland.
- Dag 2: Zyfflich — Groesbeek: 23 km, 430 hoogtemeters met overnachting op Natuurkampeerterrein Groesbeek (Natuurkampeerkaart verplicht).
- Dag 3: Groesbeek — Ubbergen: 16 km, 250 hoogtemeters.
De weersvoorspelling is halfbewolkt, rond 25 graden in de middag en warme nachten. Er staat aardig wat wind.
Op de lange wandeldag kans op regen en onweer in de (na)middag.
We lopen die dag goeddeels veilig in het bos en gaan dan maar erg vroeg op pad.
Alleen op dag 1 is er hier en daar horeca in de buurt van de route, en aan het begin van dag 2. Genoeg te eten meenemen, dus.
Deze route is bijna 100% onverhard en heeft niets van doen met de Nijmeegse Vierdaagse of de bekende Zevenheuvelenloop, die over verharde wegen gaan.
Het navigeren van deze route vraagt wel je aandacht, daar moet je lol in hebben. De route kiest vaak voor smalle paadjes die je zo voorbij loopt.