Op een mooi aangelegd natuurstenen pad klimmen Dap en ik het stadje Donnas uit. Is dit nou een supersteil pad of gewoon een trap met grote treden? De dag begint dus steil. Voor mij voelt het als een fikse training in de sportschool, waar ik nooit kom. Rustig aan dan maar. Al snel bevinden we ons in de weldadige schaduw van een kastanjewoud. Ruwe rotspartijen maken het ruig. Tussen de stammen door vangen we glimpen op van het Aostadal, inmiddels ver onder ons. Af en toe zien we oude stenen huisjes, of wat daarvan over is.
We lopen vandaag over de lagere berghellingen en dat betekent in Italië: prachtige stenen dorpjes.
En dorpjes betekenen: water.
Dat maakt dat we alleen met een noodrantsoentje water op de rug lopen, en dat we op jacht gaan naar kraantjes.
Het is warm vandaag, dus we drinken stevig door als we er een vinden.
We lunchen in een osteria in Perloz, een klassiek Italiaans tentje.
We steken na een afdaling in het Val del Lys via een oud stenen bruggetje de rivier over.
De tweede klim van de dag gaat weer hoofdzakelijk door bos.
Hoe hoger we komen, hoe meer piepkleine dorpjes we zien op schijnbaar onmogelijke plekken, verzamelingen natuurstenen daken met kronkelige steegjes daartussen.
Daar lach je dus inderdaad iedereen uit in een Fiat Panda.
De dag eindigt zoals ze begon: steil.
De Etoile de Berger is een prachtige privéhut, gelegen aan de rand van het hooggebergte.
Dat was een mooie eerste wandeldag! 😃
VAN VENUS NAAR MARS
Wat een heerlijk ontbijt in de Etoile! De naam van de hut verwijst naar de planeet Venus.
Dap en ik zoeken het vandaag hogerop, naar een geplande wildkampeerplek onder de Mont Mars.
Door een open lariksbos zigzaggen we hellingop.
Het is duidelijk nog vakantietijd in Italië: we zien een aantal andere wandelaars.
Bij de Col Giassit, rond de boomgrens, opent het hooggebergtelandschap zich.
Indrukwekkend is het zicht op de eerste géant, Monte Rosa, met gletsjers bedekt.
Maar we zien ook vele andere hoge bergen.
Als je een andere wandelaar tegenkomt in Italië, kun je groeten met Buongiorno!, Salut! of Ciao!
Dap introduceert een vierde berggroet: Hallo!
Sommige Italianen groeten ook echt Hallo! terug.
Het pad wordt wat steniger en via enkele kleine blokkenvelden en een steile klim bereiken we de tweede pas van de dag, Colle della Lace.
De Povlakte ligt voor ons.
Daarboven, in de verte, bouwen onweerswolken zich op.
We lunchen naast de pas hartkeks, koffie en avonturenei.
Langs de hut Coda, waar het terras bevolkt wordt door Italianen, dalen we wat af en gaan we op weg naar pasje nummer drie, Col Carissey.
Bij het Lago di Goudin zoeken we een mooie kampeerplek. Tegen de tijd dat de laatste Italianen weer naar huis zijn afgedaald, zetten we de hubba hubba op.
De dag eindigt met een prachtige zonsondergang en een spiegelend meer. En met een kleine kudde 🐄🐄🐄, die zich aan de andere kant van het water installeert, luidruchtig bellend. Dap wenst me een koeienacht.
ITALIAANSE TOESTANDEN
Natuurlijk heb ik al aan het begin van de tocht mijn nek verbrand en met mijn duizenddingendoekje fabriceer ik een nekflap achter mijn pet.
Dat is al de derde functie van dit nuttige niemendalletje, dat tevens mijn handdoek en pannenlap is. 52 Gram! 😃
De planning zegt dat vandaag net als gisteren een redelijk makkelijke dag gaat worden.
Maar het loopt toch anders.
We beginnen met een flinke afdaling langs spectaculaire wanden met de ochtendzon erop, een goede maar rommelige route tussen lariksen, elzen en jeneverbessen door.
Dan gaan we de alpenweides in.
We missen een niet te missen afslag van de AV1 als we samen een verzameling stenen huisjes en het uitzicht daarachter bewonderen.
We komen er al snel achter als we bij een splitsing komen zonder markering.
Terug omhoog dan maar.
Dap ontdekt dat de GPX in Locus wel heel schetsmatig is ingetekend.
Een zigzagafdaling wordt een rechte lijn.
Vandaar dat we nog maar 2 km gelopen hebben.
Hm, is de dag dan echt wel zo kort?
We klimmen en dalen door prachtig naaldbos met veel lariks.
Het is even zoeken naar een pauzeplekje met schaduw aan de rand van het stuwmeertje Lago Vargno.
Redelijk laat beginnen we de grote klim van de dag.
Hier volgen we de Alta Via 2A.
Het pad en de markering zijn in staat van verval.
De route gaat nu daadwerkelijk recht omhoog de berg op in plaats van zigzaggend en het is warm en windstil.
Dan raken we in verwarring: de kaart klopt niet met de route in het landschap en wederom lopen we een stukje verkeerd.
Het is speuren naar markeringen en gissen naar de beste kansen om de AV1 weer te vinden.
Dat lukt.
Via een weggetje en wat huizen bereiken we de klim naar de Colle Marmontana die wederom anders verloopt dan de kaart doet vermoeden.
Het zijn Italiaanse toestanden en het heeft al met al veel tijd gekost om hier te komen.
Vanaf de pas speuren we rondom Lago Kierse naar een mooie plek om te overnachten. We horen koeiebellen en later zien we de eigenaressen van de muziekinstrumenten ook. We stappen over een lijntje, subtiel uitgezet met plastic staken. De koeien houden deze draad aan als grens van hun weide en wij worden voor een nacht hun buren.
VERKOELEND BAD
De koeien houden zich redelijk rustig en wij hebben een prima nacht. Het eerste wat ik zie als ik de tent openrits is de smalle maansikkel in een strakblauwe lucht. De alpen aan de overkant staan al te glimmen in de zon. Het vervolg van de reuzenronde begint met een korte afdaling, dan zigzaggen we omhoog naar de eerste pas. De ochtendzon strijkt langs de wanden om ons heen en doet de lariksen opgloeien.
Het pasje Crenna Dou Leui is wat luchtig. Er is plaats voor precies één persoon (Dap). Het uitzicht waar we afscheid van nemen is mooi, met het nieuwe uitzicht is ook niets mis. Het Lysdal met bewoonde wereld diep onder ons, de Monte Rosa ver daarboven. We zigzaggen steil naar beneden en via blokkenvelden klimmen we naar pas nummer twee, Colle della Vecchia. In de blokken zijn prachtige, ruwe trappen gelegd. Hoe hebben ze deze joekels van stenen op deze plek zo netjes kunnen rangschikken? Ze hebben de reus ingehuurd, suggereert Dap.
Het is een saaie col. Dat vindt ook een Italiaan met koptelefoon op, de tweede persoon die we die dag zien. Het pad erheen was leuk maar mooie uitzichten ontbreken. We gaan verder over een strak aangelegde muilezelweg door zo'n beetje een verticale wand. We dalen af en komen in een schaduwrijk stuk waar we uitgebreid lunchen met hartkeks en avonturenei, koffie en thee.
De afdaling is nog lang en goeddeels in de zon.
De middag is weer warm.
We belanden in een prachtig, dicht bos met steile, rotsachtige paadjes.
Vlak voor het dorpje Niel bereiken we de rotsachtige bedding van een flinke bergrivier die gereduceerd is tot een smal, helder beekje.
We nemen een verkoelend bad, heerlijk!
De herberg in Niel, waar we op de bonnefooi aankloppen, heeft geen plaats meer voor twee wandelaars.
Ook geen alcoholvrij bier voor Dap.
Wel krijgen we een gouden tip voor een wildkampeerplek, bij Schtovela.
We klimmen nog een half uurtje naar een veldje in de bergen met wat huisjes en een waterbak.
Wat een mooie plek.
En geen koeien! 😃 Wel mensen: de bewoners van één van de huisjes komen thuis, koekeloeren even naar ons tentje en steken dan de houtkachel aan.
TIBETAANSE GEBEDSVLAGGETJES
Het schemert en er is nog geen zon te zien vanuit de beschutte kom waar we bivakkeren. Dap voelt zich niet lekker, we hebben er lange dagen opzitten, er komt slecht weer aan volgens de weerapps en de kilometers en hoogtemeters beginnen te tellen voor ons allebei. Op deze afgelegen plek hebben we gewoon nog mobiel bereik. We beginnen de dag na het ontbijt daarom met het maken van een nieuwe planning en het boeken van overnachtingen. We gaan voor een rustigaanschema en droog binnen zitten. Maar zover is het nog niet!
De klim gaat steil door een half bebost kommetje en we bereiken zigzaggend een plateau met zicht op de Colle della Mologna Grande. Die lijkt populair, want we zien diverse Italianen. De wandeling naar boven is steil en we bereiken de col met Tibetaanse gebedsvlaggetjes. Het is heiig boven de Povlakte en boven de bergen beginnen wolken te verschijnen.
De tweede pas van de dag is niet ver, Colle Lazoney. We lunchen uitgebreid in de zon, want schaduw ontbreekt hier. Tijdens de lange pauze verschijnen vlakbij dikkere wolkenpaketten. Zitten we hier nu rustig te pauzeren op de pas terwijl het onweer zo gaat uitbreken? vraagt Dap zich af. We bestuderen de wolken, het valt wel mee met dat onweer.
Zelfs een lange pauze heeft een eind. We lopen een grote vlakte op waar een kudde schapen staat. Na een korte afdaling staan we op de volgende vlakte. Geen schapen hier. We vinden een mooi kampeerplekje boven het meer Lago Piane en een bron. Na een vroeg diner vermaken we ons met bosbessen plukken. De zonsondergang is prachtig.
VAKANTIE
We worden gewoon wakker om half zeven, al hadden we de wekker niet gezet. Onzichtbare marmotten fluiten. We hoeven niet zoveel vandaag. Alleen een stuk omlaag lopen. Dus we starten de dag rustig op deze prachtige plek, pas nadat de wolkenlaag is weggebrand door de zon. Die schijnt nog niet op onze tent, dus die verplaatsen we, zodat die kan drogen. We genieten van een heerlijk bosbessenontbijt.
Om tien uur gaan we rustig op pad, om een half uur later op een onverwacht terras bij een agriturismo neer te ploffen voor koffie met appeltaart op zijn Italiaans, met melk van eigen koeien.
Na de alpenweides komt het bos. We eten frambozen die we vinden langs het pad.
We dalen prachtig af over soms steile paden.
We hebben regelmatig zicht op een nauwe kloof vol watervallen.
De schaduw van het bos is welkom, want het begint weer warm te worden en ik heb me de dag ervoor laten verbranden bij de lunchpauze in de zon.
Bij een brug over de rivier zien we grote, afgeronde rotsblokken met daartussen poeltjes met fris, helder water.
Watervalletjes vormen een prachtig decor.
We koelen eerst onze voeten, en daarna gaan we kopje onder.
Heerlijk! We zitten een tijd onder de brug in de schaduw.
Vandaag is het vakantie!
We bereiken de bewoonde wereld bij Steina, een dorpje vol Walser huizen en volgen een pad langs de rivier de Lys met uitzicht op de bewoonde wereld.
Dap praat honderduit over alles wat ze ziet.
Ze is weer de oude, fijn! 😃
In een klein supermarktje op een kruispunt in Gressoney-Saint-Jean kopen we verse groente en fruit als lunch, die we aan een tafeltje voor het winkeltje verorberen.
De vakkenvuller van de winkel is een oudere man die op Mr.
Bean lijkt.
Steeds als hij langsloopt met zijn steekwagentje pakt hij zwijgzaam de GFT-afvalletjes op die we op tafel hebben gelegd.
We bezien het passerende Italiaanse verkeer.
Zelfs in zo'n klein autootje komen ze nauwelijks boven het stuur uit, observeert Dap (1.78m).
De camping is een opeenstapeling van campers en een paar tenten.
We ziet Italianen in badjassen en op de toiletten in plaats van wc-papier, een of ander waterspuitapparaat.
😬 Het plaatsje zelf heeft een Franse naam, Walser bouwstijl en Italiaanse inwoners.
De kerstversiering blijft er het hele jaar hangen.
POSSIBILE PARASOL?
Na een paar niet-wandeldagen stappen we in alle vroegte uit een bus in Gressoney om onze tocht voort te zetten.
We zijn zelfs te vroeg voor de opening van de snackbar, wat eigenlijk een koffiebar is.
De zeer stevige klim wordt onderbroken door een pauze bij de hut Alpenzu.
Possibile koffie? Possibile parasol? Dap spreekt deze toverspreuk uit, zwaait met haar handen en krijgt haar wensen vervuld.
De klim naar Col Pinter wordt opgeleukt door blikken op de Monte Rosa en op stenen boerderijtjes. Rond de pas zelf hangen te veel wolken voor zicht op nieuwe alpenreuzen, maar de uitzichten zijn prima.
De afdaling hakken we in drieën met een lunchpauze en een kort bezoekje aan het hooggelegen dorpje Cuneaz met onverklaarbaar bewoonde huizen.
We komen daarna bij het bergdorpje Crest, waar we vandaag in een hut slapen, Vieux Crest.
In het dorp staan steigers, er wordt gebouwd, en er ligt het een en ander in puin.
Zou het lukken om hier een kamer te krijgen met vier muren en een plafond? Dat is geen probleem! 😃
Tijdens het heerlijke diner vallen dikke druppels op het dak en hier en daar weerklinkt gerommel.
Het is een taktisch moment om in een hut te slapen.
STEENBOKKEN MET ZONSONDERGANG
Het ontbijt in de Vieux Crest is onitaliaans copieus.
Dap bestelt nog een paar extra koffietjes om er nog een Italiaanse twist aan te geven.
Uiteindelijk moeten we ons toch losmaken van de lekkernijen.
We beginnen de wandeldag met een mooi, dicht naaldbos dat vol hangt met korstmossen.
Het is wat vochtig wegens de avondregen.
De gletsjers van de Monte Rosa blinken in de ochtendzon.
Wat volgt is minder mooi: een skigebiedje en een steile afdaling over een halfverharde weg naar het dorp Saint-Jacques.
Hier begint een klim over een steil pad door een lariksbos.
Vervolgens lopen we rustig klimmend een mooi dalletje in.
Een beekje klatert langs het pad, bosbessen en lariksen in beginnende herfstkleuren vormen een mooi decor rondom.
Daarachter doemt een steile bergwand op.
De klim zet een tandje bij.
De vraag of we in de zon of in de schaduw gaan pauzeren, wordt beantwoord door de wolken die voor de zon schuiven.
We gaan zitten op een bankje bij een klein hutje van hout en steen.
Het ziet er gloednieuw uit.
Dap vindt de sleutel van de hut aan een spijker aan de achterwand en breekt nieuwsgierig in.
Een opklaptafel, een opklapstapelbed, een minikeukentje en drie percolators.
We passeren de hut Grand Tournalin en gaan op weg naar de pas.
Er zijn wat rotsige meters langs afgrondjes.
De marmottenfluitjes echoën langs de wand.
Dan klinkt onverwacht een heel andere, wat luchtige fluit van dichtbij.
Op een paar meter afstand staat een steenbok.
En nog een, en nog een.
In totaal zien we een kudde van zes.
Eerst zijn ze wat schuchter, maar als we doorlopen komen ze ons voorzichtig achterna tot op de stenige Col de Nannaz.
Vlak hierna zetten we de hubba hubba op. Als ik in de bron van het beekje naast de tent in de steentjes een kuiltje aan het graven ben waar mijn mokje in past, hoor ik grotere stenen schuiven. Er blijken een aantal mannetjessteenbokken naderbij geslopen te zijn. Ik vul de waterzakken en loop terug. Dit is het signaal voor de dieren. Een tiental mannetjes gaat rustig staan drinken uit het beekje. Later kuieren ze een beetje rond.
De dag vordert en de wolken lossen goeddeels op. Dap maakt een avondwandelingetje en wijst me op de prachtige uitzichten op de puntige bergmassa's van het Gran Paradiso. Rond zonsondergang melden de steenbokken zich ook nog even in het uitzicht. Wat een plek, wat een moment!
SPOOKDORPJE
Het is nog fris en er is geen zon te bekennen.
Het is een wat bewolktere dag dan we gewend zijn van het Italiaanse weer.
Nietsvermoedend zitten we ons ontbijt weg te werken bij de tent.
Tien meter verderop, in het valleitje waar het beekje stroomt, doet een kudde steenbokken eveneens nietsvermoedend de dingen die steenbokken in de ochtend doen.
Dap zet een paar stappen in de richting van het stroompje om zich op te frissen.
Dap en de steenbokken zien elkaar, de kudde stormt uiteen.
De dieren wachten geduldig op een paar meter afstand tot de badkamer weer vrij is.
Al snel staan we op de Col des Fontaines.
Tussen wat wolken door zien we heel veel bergtoppen.
Van de Grand Paradiso tot de Matterhorn en vanalles daartussen.
De fikse afdaling knippen we in tweeën met een pauze met uitzicht op de Matterhorn.
Via het oude dorpje Cretaz belanden we in het moderne Valtournenche, waar we uitsluitend wat langer verblijven wegens verwarring over de route.
De klim gaat over een breed, stenig pad, tussen walletjes van opgestapelde stenen, door een bos van hazelaar en esdoorn.
De klim is vooral heel erg steil.
Dan begint de regen.
Die eindigt ook weer.
We staan nu in het prachtige, verlaten spookdorpje Falegnon in een lariksbos.
Wolkenflarden stomen in het rond.
Door een smal, bebost dalletje klimmen we naar een stuwdam, waar de regen weer begint.
We zoeken onderdak in de hut Barmasse, waar de bedden uitstekend zijn.
Dat wil zeggen, als je er languit in gaat liggen, steken je voeten uit.
MATTENKLOPPER
De AV1 hobbelt door boerenland en open lariksbos en trakteert ons op schitterende uitzichten op de Monte Rosa. Dap ontdekt rijpe vossenbessen, zurig maar lekker. Vlak na de eerste col van de dag, Fenêtre d'Erzas, ontdek ik edelweiss.
Het pad voert ons eenvoudig door een steeds ruiger wordend landschap, bovenlangs steile wandjes met uitzicht op boerderijen. Plots staan we op een blokkenveld, of eigenlijk tussen een blokkenveld, want het pad is helemaal vrijgemaakt van stenen. Hier houden we een lange lunchpauze met hartkeks, avonturenei, bosbessen en koffie. We gaan languit op het pad liggen om uit te buiken. We zien zowaar een andere wandelaar.
We lopen verder door een klein karstgebiedje en over een leistenen ruggetje. Het landschap om ons heen wordt grilliger. We gaan een stevige klim in naar de Fenêtre du Tsan. Het blijkt een van de mooiste passen te zijn die we tot nu toe gehad hebben. Om ons heen een woeste bergwereld. Achter ons nog een blik op de gletsjers van de Monte Rosa. Op de horizon vóór ons de vergletsjerde Grivola. Onder ons... een diep gat.
Het pad van los gruis gaat supersteil omlaag in kleine zigzagjes. Punten van de schoenen naar beneden, gewicht er precies boven en voorzichtig gaan met die banaan. Naar beneden op wrijving en op vertrouwen. Via een klein klimmetje komen we bij onze overnachtingsplek, de onbemande Reboulaz. Dap is er het eerst en ze verwelkomt me vanaf het trappetje. Er is zelfs een mattenklopper! zegt ze verbaasd. Het blijkt een schitterende hut te zijn, compleet met keuken, houtkachel, eethoek en slaapafdeling.
KAMPEREN OP HET KOEIENPAD
Dap rommelt wat in de keuken.
Ik krijg een mengsel van een half zakje latte, espresso uit de percolator en een scheut chai thee om het af te maken.
Heerlijk! Hoe deze mix heet? Tsjaikovski, oppert Dap.
We klimmen naar Col Terray.
We kijken terug op de bizar steile afdaling van de middag ervoor.
Ongelofelijk dat we daar gelopen hebben 😲.
Vandaag vindt Dap kraaibessen.
Vanaf dezelfde standplaats plukt ze ook vossenbes en bosbes.
Een gevarieerd en gezond tussendoortje!
Bij de hut Cuney vullen we ons water bij en we gaan weer op pad, naar pas nummer twee.
In plaats van bergen verschijnen er heuvels.
En het is marmottendag.
Voor het eerst zie ik deze dieren, ze zitten hier overal.
We passeren een aantal geulen in het landschap, met links en rechts ervan een wal van stenen, gruis en opgedroogde modder.
Het lijken net lavastromen.
Wat is hier gebeurd?
We gaan ze nog vaak zien de komende dagen, sommige meters diep.
Het pad naar de derde pas is door erosie zo slecht geworden, dat we op de helling ernaast moeten lopen. De Col de Vessona is de hoogste tot nu toe. De laatste klim is steil, maar de beloning is enorm. Achter ons zien we een inmiddels bekend panorama van de Monte Rosa tot het Aostadal. Een hele hoop bergen. En tussen heel veel van die pieken hebben we gelopen! Het is bijna niet te geloven.
Maar dan het nieuwe panorama voor ons. Wat. Een. Plek. In de diepte een bebost dal. Daaromheen steile hellingen tot ver boven ons. Daarboven een gletsjer. Verder weg de hoge, donkere toppen van het Mont Blancmassief in de wolken. Wij dalen voorzichtig af over honderden meters gruis.
We hebben al een paar mooie kampeerplekken gezien als we even besluiten te rusten op een open plek in het lariksbos.
We lopen nog een stuk door, langs de beek, naar een grote open plek die we vanaf de pas konden zien.
Maar daar staan koeien! Daartussen kamperen durven we niet aan.
Teruglopen of doorlopen? Verderop is het dal bebost en steil.
We verkennen het pad nog een klein stukje en besluiten voorbij de grote koeienwei midden op het pad te gaan kamperen, op het enige vlakke stukje tussen steil bos en steile rivieroever.
Samen smijten we de opgezette tent zo voorzichtig als we kunnen op de blokken naast het pad.De grond is keihard dus we zetten de tent zonder haringen op.
Net als hij staat, zie ik een koe over het pad aankomen.
En nog een.
Ze kijken een beetje onnozel naar ons.
En lopen dan door. 🐄🐄🐄
Koeiengebel klinkt.
De kudde sjokt langzaam onze kant op.
Ik gooi de inhoud van mijn rugzak die op het pad uitgespreid ligt, op de helling.
Samen smijten we de opgezette tent zo voorzichtig als we kunnen op de blokken naast het pad.
Dap houdt hem in bedwang.
Net op tijd!
De eerste koeien passeren behoedzaam.
Wat nieuwsgierige exemplaren houd ik van mijn spullen af met een wandelstok.
Deze koeien blijven staan en andere koeien dringen zich op.
Er komen een paar ongeduldige exemplaren over de helling aangelopen.
Recht voor onze neus maakt een zenuwachtig dier een misstap naast het pad, maar herstelt zich.
Dap probeert de dames in koeienitaliaans aan te moedigen om door te lopen.
Dit is leuk voor de blog, probeer ik de moed erin te houden.
Uiteindelijk gaan de laatste dieren voorbij.
Onze spullen zijn nog heel.
Kamperen op het koeienpad is geen optie.
We breken op en lopen terug.
De grote, vlakke weide is nu leeg, maar we durven het niet aan.
Wat hogerop vinden we dan toch een mooi plekje voor de nacht.
De volgende ochtend lopen we het dal uit naar het plaatsje Oyace in het Valpelline, waar we voor even afscheid nemen van de bergen.
FOTO VAN GEEN UITZICHT
Twee dagen later brengt een taxi ons weer terug.
Het is fris en er hangt een scherpe, zoete rooklucht in het dorp.
De grond is nog nat van de regen.
De zon verwarmt ons al snel in de klim naar de Col de Brison, maar dat duurt niet lang.
We gaan een lariksbos in en tegen de tijd dat we op de col zijn, hangen de wolken als grote watten tegen de bergen.
Vlak naast ons kolkt de mist omhoog.
Geen vierduizenders in beeld vandaag.
Ik ga een foto maken van geen uitzicht, zegt Dap.
Dap zag de eerste gems al in de klim. Er kwam er een omlaag gestormd over een steile helling. Wat een acrobatiek! Tijdens de afdaling zien we er weer een paar. Het zijn schuwe dieren die ons vanaf een onmogelijke plek op veilige afstand in de gaten houden.
De steile afdaling vlakt af en vlak bij een boerderij horen we heel dichtbij het fluitje van een marmot. We zien er twee, die helemaal niet schuw zijn. Ze blijven zitten tot we op een paar meter afstand staan.
Het pad is vaag hier en de markering wijst omhoog, terwijl we omlaag moeten.
We dwalen even rond en pakken dan het karrespoor steil naar beneden.
Dap gaat vooruit, ze heeft er een stevig tempo in.
Het weggetje voert ons via veel bochten door een bos en langs enkele rotswandjes.
Het is wat saai.
Dap formuleert het anders.
Wat een K-U-T-afdaling! roept ze uit, als ik haar neergeplofd op een vlak grasveldje langs het pad aantref.
Wat een mooi vlak veldje, trouwens.
Het leed is snel geleden.
We bereiken het dorpje Ollomont waar we een terrasje pakken en de watervoorraad aanvullen.
We lopen terug naar Daps plofplaats, waar we tegen de schemering de tent opzetten aan de rand van het bos.
OP DE PAS SCHIJNT DE ZON
We staan voor dag en dauw op. De vroege ochtend is wat bewolkt, de zon verdrijft de wolken niet. We beginnen een lange, steile klim door een dicht bos. Het duurt lang voor ik mijn eigen schaduw eens zie. We bereiken de rand van een groot veld. Dikke wolkenpartijen rondom belemmeren het uitzicht en maken het fris. Op de open plek zijn grote roofvogels bezig te stijgen, marmotten staan op de uitkijk, een vos snelt voorbij en een kudde koeien staat klingelend te grazen.
En dan zijn er nog twee honden.
Ze komen me woest blaffend achterna.
Het enige wat ik kan verzinnen is ze negeren en rustig doorlopen.
Ze maken me duidelijk dat ze me niet moeten en rennen dan richting Dap.
Een kind komt er achteraan gesneld.
Senore, weet u waar mijn cani zijn?
Nou, dat weet ik.
Cani daar! wijs ik in de richting van Dap.
De honden zijn er inmiddels vantussen, maar Dap moet nog even bijkomen van de schrik.
Er komt een Belg aangelopen die een praatje aanknoopt.
Er verschijnt ook nog een Nederlands stel.
Dit zijn al meer wandelaars dan we de dag ervoor gezien hebben.
We klimmen door open veld en onder dikke wolken verder naar de hut Champillon.
Ik zie nu al zes mensen voor me.
Wat een populair pad! Naast de berghut vinden we een gezellig hutje met een brandende houtkachel.
Lekker warm! We trakteren onszelf op een americano en een crostata.
Als we doorlopen richting de Col de Champillon beginnen de vergezichten af en toe te komen.
De Belg komt omlaag en zegt dat hij mooie uitzichten had.
Een ouder Italiaans stel komt ook omlaag.
Tutto bene? Op de pas schijnt de zon. En dat klopt!
We hebben uitzicht, aanvankelijk nog met veel wolken.
We lunchen in de af-en-aan zon.
We zien edelweiss en kijken een tijdje naar de steenbokken op een hoge bergkam.
De wolken verdwijnen geleidelijk, de zon wordt zonniger, de uitzichten mooier.
Is dat nou de Mont Blanc, of toch een wolk?
We drinken samen thee.
Fijn, zegt Dap.
—Wat precies?
Alles, verduidelijkt ze.
De afdaling is best warm, maar dat is heerlijk na de wat kille ochtend.
We zien de wolken verder optrekken en hopen op een glimp van de Mont Blanc.
Zien we hem nou? Of toch niet? Dan verdwijnen de verre uitzichten achter nabije kammen.
De afdaling is steil.
We gaan op een klein rotstopje staan, in de zon, en kijken rond.
Wat kun je nou nog meer wensen, zegt Dap, behalve dat je kind niet dood is?
In de diepte zien we de beoogde kampeerplek.
Boerderijen, bellende koeien, blaffende honden.
Misschien toch niet daar.
In de steile helling zie ik naast een ingestort stenen huis een paar vlakke meters.
We stoppen ermee voor vandaag en zetten de hubba hubba op.
We zijn blij op deze droge helling een bronnetje te vinden dat op de kaart staat.
We wassen ons en vullen de waterzakken.
Niet ver boven de tentplek zien we een kudde steenbokken scharrelen.
Het begint al bijna gewoon te worden, zegt Dap.
GAARGEKOOKT
Mist stijgt langzaam op, wolken ontstaan in het eerste zonlicht.
Het eindigt ermee dat er boven ons hoofd een wolkendek hangt en dat in het dal de zon te zien is.
We dalen af.
Vandaag is een dag zonder bergpas.
Al traverserend blijven we een beetje aan de rand van de bewoonde wereld steken.
Boswegen, verharde weggetjes en zelfs een heel kort stukje van de hoofdweg naar de Grote St.
Bernhardstunnel vormen vandaag onze route.
We verheugen ons op een terras in het dorp Saint-Rhémy, maar daar is het vandaag rustdag.
Helaas.
In een volgend dorp vinden we toch nog een hotel, uitgestorven en zonder lunchkaart, maar even later zitten we aan de pasta met tomatensaus en koffie op het terras.
We lopen van het ene gehucht naar het andere.
Aan sommige huizen is veel achterstallig onderhoud.
Vinden deze mensen het niet belangrijk of hebben ze het geld niet?
Door toeristenogen is het verval echter mooi om te zien.
De dag eindigt met een klim in de richting van de hut Frassati. Maar zover komen we niet. Aan de rand van Alpe Merdeux Inferiore, een schilderachtig, onbewoond gehuchtje in verval, maar met een nieuwe waterbak, zetten we de tent op een vlak stukje op. We doen de was bij de waterbak. Niet veel later krijgt de hubba hubba zijn eerste buien te verwerken. Ondertussen blijft de zon schijnen. In de tent worden we langzaam gaargekookt.
WIJ WILLEN UITZICHT
We worden wakker onder wolken, maar de zonsopgang is prachtig. De zeven zit nog in de klok als we vertrekken. Het is de bedoeling dat we vandaag de hoge en technische Col de Malatrà overgaan en de weersvoorspelling is niet heel goed.
Ik prop een nog kletsnat shirt in mijn rugzak, Dap droogt haar was moedig aan het lijf. Wolkenflarden trekken vanuit het dal omhoog richting de rotspieken rondom. Bij een laatste boerderij drinken we een paar mokken water uit de kraan. Een van de honden drinkt met ons mee uit de bak. Wat een bende is het hier. Er ligt een laag koeienvlaai op de grond, we durven onze rugzakken niet af te doen. 💩💩💩
We lopen door en belanden in de mist. Het is fris. Na een flinke klim staan we volgens de bordjes vlak bij de Frassati. We willen binnen pauzeren en Dap pakt Locus erbij om de hut te vinden. Dan trekt het even open. Voor onze neus doemt het grote, moderne gebouw op uit de mist.
Wij willen uitzicht! Na twee rondes koffie en ampele beraadslagingen besluiten we er een rustige dag van te maken en in de hut te blijven. De rest van de dag zitten we in een wolk. We checken het weerbericht: tot in de ochtend regen. Een leuke uitdaging is het spelen van Italiaanse Scrabble: zonder de letters J, K, W, X en Y. Wel met veel I's. We zetten de wekker niet al te vroeg.
BON RETOUR
Al te vroeg zijn we allebei klaarwakker.
Het is het kampeerritme.
Ik bied Dap een muesliontbijt met koffie aan op bed.
Als we de gordijnen open schuiven, blijkt het prachtig weer te zijn geworden.
Wat fijn!
We gaan snel aan de slag om weg te komen.
Als we buiten komen werpt de net opgekomen zon lange schaduwen over de helling waarop we lopen. Onze silhouetten worden meterslang geprojecteerd.
Twee reuzen op het reuzenpad, zegt Dap.
We klimmen door een omgeving die we helemaal nog niet gezien hebben.
We gaan naar 2925 meter, de bergkammen achter ons lijken lager en lager te worden.
Groen maakt plaats voor stenen. Het is fris.
De nog laagstaande zon maakt lange, harde schaduwen op de grijze gruishellingen rondom ons.
In een hooggelegen kom heerst stilte. Puinwaaiers lijken op lang geleden gestolde lavastromen.
Het is een andere wereld waar we zijn.
Een klein vogeltje fladdert over het woeste landschap en landt op een steen.
Houston, Tranquillity Base here.
The Eagle has landed.
De stokken worden opgeborgen. In kleine, steile zigzagjes gaan we door het puin. Er zijn touwen en wat metalen hulpstukken om ons door een kort stukje steile rots te leiden. Daar is-t-ie, zegt Dap vanaf de Col de Malatrà, niet meer dan een flinke spleet in de rotskam. We zien de Mont Blanc met zijn gletsjertongen en daarboven, tussen de wolken, de ijskap op de top.
We staan bovenaan alweer grijze puinhellingen met rotswanden rondom, en kleine gletsjers.
Het is bepaald spectaculair.
Ik stap de schaduw in en daarmee in de koelkast.
Het waait hier en het is net boven nul.
Ik wil snel doorlopen maar Dap houdt me tegen.
We kleden ons op de kou en wisselen tussen zon en schaduw.
We staan stil — letterlijk — bij de laatste en hoogste pas van de Alta Via Numero Uno.
Zeventienhonderd meter onder ons ligt het eindpunt Courmayeur.
Dap kerft een naam in de hoogste rots van de tocht: Sylvan.
Een knuffel helpt, voor nu ❤️🩹.
Onverwacht hoog staan koeien, een voor ons nieuw ras. Op hun gele oormerken zijn hun namen geschreven. Fioca, Regina. Hoe heet jij? begint Dap een gesprek met een koe op het pad. Venecia? Ik ben Dap.
Een stel van een jaar of zeventig komt omhoog.
Het zijn de eerste wandelaars die we vandaag zien.
Het zijn Nederlanders en ze dragen een kampeeruitrusting met zich mee.
Respect!
Als we op een grote, groene vlakte met koeien, schapen en paarden belanden, beginnen meer wandelaars ons tegemoet te komen.
Vóór ons wordt de rotswand van het Mont Blancmassief steeds imposanter.
Zo'n vijftienhonderd meter torenen de rotsen inmiddels boven ons uit.
De beek die zich omlaag stort vanuit de gletsjertongen is duidelijk hoorbaar.
Dan verschijnt de hut Bonatti, op de TMB, de Tour du Mont Blanc, de populairste bergwandeltocht ter wereld.
Mensen krioelen als mieren rondom de hut.
Wij lopen door.
Het laatste deel van de AV1 loopt over hetzelfde pad als de TMB.
We lopen tegen de richting in, zo blijkt al snel.
Gedurende een paar uur komen we gemiddeld elke minuut iemand tegen.
TMB: Teveel Mensen Boven, mompelt Dap.
De uitzichten zijn er niet minder om.
Urenlang lopen we een vlakke route en trekt de massieve rotsmuur aan de andere kant van het wilde Val Ferret aan ons voorbij.
De ene na de andere ijstong hangt boven ons tussen rotspunten.
Beken kletteren omlaag.
Achter de grootste gletsjer wordt tussen de wolken steeds meer zichtbaar van de Mont Blanc zelf.
Onmogelijk steil steken stenen vingers in de lucht.
Een laagje sneeuw als poedersuiker maakt het af.
Het is een zeer spectaculaire finale.
We almost there? vraagt een Amerikaanse die ons tegemoet komt.
Courmayeur duikt diep onder ons op en de laatste, steile afdaling door het bos begint.
Twee oudere Fransozen gaan in respectabel tempo omhoog.
Bon voyage, wenst Dap ze.
— Bon retour!
Je bent in de bewoonde wereld aangekomen als je iemand de hond uit ziet laten met de blik gericht op het schermpje van een smartphone.
We vinden het eindpunt van de AV1 bij het busstation.
Wat een schitterende tocht was het! Na drie weken zijn we uitgewandeld.
Maar de Alta Via 2, het tweede deel van het Reuzenpad, terug naar Donnas, lonkt. In de bus naar Aosta kijken we nog een paar maal achterom naar de hoogste berg.
Tor des Géants - Alta Via 1
De Tor des Géants (“Reuzenronde”), TdG of gewoon TOR is een wandeltocht van ruim 360 km door de bergen rondom het Val d’Aosta (Aostadal), een bergachtige regio in het uiterste noordwesten van Italië, tegen de Franse en Zwitserse grens.
De naam van de bestuurlijke regio is gelijk aan die van het hoofddal dat dit gebied doorsnijdt.
De Géants of 'Reuzen' waarnaar wordt verwezen in de naam van de wandelroute zijn de hoogste toppen van de Alpen waar je op uitkijkt, zoals Monte Rosa, Gran Paradiso, Monte Cervino (Matterhorn), Grand Combin en de toppen van het uitgestrekte massief van de Monte Bianco (Mont Blanc).
De Tor des Géants is opgedeeld in twee langeafstandwandelroutes.
Alta Via 1 (AV1) volgt een traject aan de noordkant van het Aostadal van het stadje Donnas in het oosten naar Courmayeur in het westen, aan de voet van de Monte Bianco.
Alta Via 2 gaat via de zuidkant van het Aostadal terug van Courmayeur naar Donnas.
Wij liepen de AV1.
De AV1 is niet te verwarren met de gelijknamige (en veel drukker bewandelde) route in de Dolomieten.
We hebben de AV1 ervaren als een prachtige wandelroute over goed te bewandelen en goed gemarkeerde bergpaden.
In het algemeen was het erg rustig op de route.
Wij trokken inclusief heen- en terugreis en rust- en slechtweerdagen drie weken uit voor een kampeerversie van de AV1.
De hele AV1 is als huttentocht te lopen. Wij kozen ervoor om deze route waar mogelijk bivakkerend in het wild af te leggen.
Dat is beneden de 2500 meter officieel niet toegestaan, maar als je het discreet doet, wordt het gedoogd.
We hebben de gids Trekking the Giants' Trail: Alta Via 1 through the Italian Pennine Alps gebruikt.
Deze gids beschrijft de route uitsluitend als huttentocht. Het gidsje deelt de tocht op in (maximaal) 16 etappes van hut naar hut met een totale afstand van 180 km en 14.000 hoogtemeters omhoog en 13.000 omlaag.
De laatste etappe valt samen met de route van de overlopen Tour du Mont Blanc.
Een alternatief voor de immer volgeboekte hut Bonatti is de Frassati.
Hou er rekening mee dat de bij het gidsje meegeleverde GPX-track op sommige stukken heel grof en met veel fantasie is ingetekend.
Op de website van de VVV Aostadal vind je een compact overzicht van de gehele AV1 inclusief voorzieningen onderweg.