Dap en ik zijn al vroeg in Maastricht. We hebben uitzicht op ladende en lossende vrachtwagens en de regen die van de parasols druipt tijdens ons ontbijt op het Vrijthof, waar we de route van Rondje Limburg oppikken en in omgekeerde richting gaan volgen. Het is nonstop aan het regenen tot de volgende ochtend. We bezoeken nog de grot onder de Sint-Pietersberg, daar is het tenminste droog. We plakken er ook een warme lunch aan vast in de laatste horeca van Maastricht. Het is inmiddels drie uur 's middags als we er toch aan moeten geloven. De regenpakken en gamaschen gaan aan!



De route door het malse groen van de glooiende Sint-Pietersberg, met uitzicht op de vallei van de Jeker, is mooi.
We komen helemaal niemand tegen onderweg en dat is volkomen begrijpelijk.
De camera blijft droog, want in de tas.
Ongemerkt belanden we in België.
Het water loopt soms in kleine beekjes over het pad omlaag.
— Gaan we stroomopwaarts of stroomafwaarts? vraagt Dap op een splitsing.
Zo kabbelt de wandeling voort tot we ineens een piepklein paadje naar rechts moeten inslaan.
Ik buk om tussen de kletsnatte struiken door te stappen en beland in een andere wereld.
Een smal paadje zigzagt loeisteil naar beneden door de spekgladde mergel.
Naast het pad ligt een touw tussen de struiken.
Dit is interessant, maar niet echt wandelen meer.
Ik realiseer me ineens dat we deze route tegen de looprichting in aan het doen zijn.
Zo wordt een steile klim een modderige glijbaan naar beneden.
Ik twijfel en kijk op de kaart.
Een echt alternatief is niet in beeld.
—We doen het gewoon! Dap stapt me voorbij, maakt haar wandelstokken langer en start een glibberpartij.
Ik glijd haar behoedzaam achterna, gooi mijn stokken naar beneden, ga achterstevoren aan het touw hangen, en beland uiteindelijk met bemodderde handen op het verharde weggetje langs het Albertkanaal.
Links en rechts rijzen loodrechte mergelwanden op, 40 meter hoog.
Ik heb de neiging om door mijn knieën te zakken en het asfalt te kussen.

Na de sluizen van Ternaaien glibberen we een stukje door een geitenkolonie en belanden in de buitenwijken van Ternaaien, of Lanaye, want
on parle français ici. Een stuk of vijf grote honden zetten het op een blaffen naar de twee wandelaars, vanuit een kleine voortuin.
Ouaf, ouaf, zo klinkt dat hier.
Een vrouw komt naar buiten om in het Waals naar de honden te schreeuwen.
Hoe dat klinkt?
Alsof de sjieke winkelstraten van Maastricht ver weg zijn van hier...
Tsja, Lanaye. Tussen curieuze Belgische huizen, en tussen krot en puinhoop door lopen we naar de oever van de Maas.
Als het niet had geregend, hadden we hier een hele fotosessie aan gewijd.
Maar niet getreurd over het weer, we gaan zo het pontje naar Eijsden pakken en dan komt het einde van de wandeldag al weer in beeld.
Maar.
Bij de aanlegsteiger is geen boot te zien.
Wel een bordje: wegens technische storing tijdelijk uit de vaart.
De charmante witte huizen van Eijsden liggen 200 meter verderop, onbereikbaar aan de overkant van de Maas in een ander land. 😟
We zoeken een beschutte plek in het verregende dorp en maken Plan B.
Er is internet in Lanaye en dat helpt.
Er lijkt een bus 78 naar Maastricht te bestaan, met drie kwartier vertraging.
Onze bron is Google maps, notoir onbetrouwbaar in dit opzicht.
Hoe kan een bus eigenlijk 45 minuten vertraging hebben?
We vinden de restanten van een bushalte, twee van de vier glazen wanden zijn foetsie.
De eerste bus rijdt door.
Jullie moeten mij niet hebben, gebaart de chauffeur.
De tweede bus is de 78.
Hij stopt, de chauffeur legt in het Frans uit dat hij teruggaat naar Liège, maar dat er nog een bus aankomt, met flinke retard.
Ondertussen zitten we af te koelen in het bushokje, ternauwernood beschut tegen de regen.
Goh, wat een onvergetelijke manier voor Dap om haar vijftigste verjaardag door te brengen!😬
De derde bus komt eraan, drie kwartier te laat.
78 Maastricht, staat erop.
— Het wonder van Lanaye, verzucht Dap.
De man achter het stuur is ongeveer 120 jaar oud.
Hij bedient zuchtend en steunend het apparaat voor het wisselgeld.
Hij lijkt half blind en kan niet rekenen.
Er is nu een verklaring voor de enorme vertraging, de bus is warm en we hebben een kaartje naar Maastricht bemachtigd.
Aldaar gaan we ons trakteren op een luxe overnachting in een hotel tegenover het station.
Morgen is er weer een dag!


VIRGINA MARIA
We nemen de bus naar Eijsden en pakken daar ons omgekeerde Rondje Limburg op. Voorbij de A2 klimmen we het Maasdal uit. De uitzichten komen, de bloeiende fruitbomen, de eerste daslook. We verbazen ons over de steile loopsporen van dassen in de wanden van holle weggetjes. Ik denk nog even terug aan onze glibberafdaling van de vorige dag.
Het is nog zwaarbewolkt, maar in de vroege ochtend al wel droog geworden.
Dat is een hele verbetering.
We dalen af het Voerdal in en staan van tijd tot tijd stil bij een ons bekende plek om herinneringen op te halen.
Dap bekijkt het kapelletje Onze-Lieve-Vrouw in 's-Gravenvoeren van dichtbij, met op de gevel de tekst: Virgina Maria.
Wie Maria is, weet ik wel, maar Virgina ken ik niet.
Het lijkt wel of het weer begint te regenen.
Ja hoor, het begint weer te regenen.
Dat was niet de voorspelling!
Gelukkig komen we op dat moment langs De Wandelaar, onze eerste geplande pauzeplek.
In het warmgestookte, oubollige kroegje laten we ons een dik stuk abrikozenvlaai goed smaken.
In regenkleding gehuld verlaten Dap en ik het lokaal aan de rand van 's-Gravenvoeren en zetten de tocht voort over een prachtig stukje langs de Voer, die momenteel flink wat water probeert af te voeren.
Maar ineens is daar de zon die doorbreekt!
Ondanks dat het nog regent, trek ik mijn goretex uit en zet mijn pet en zonnebril op.
— Laat de lente maar komen!
Dap volgt al snel.
Alles ziet er anders uit als de zon schijnt!
We dalen af Sint-Martens-Voeren in en klimmen het dorp aan de andere kant weer uit.
Sowieso maken we vandaag flink wat hoogtemeters!
Het wordt tijd voor lunch, Dap en ik kijken uit naar een bankje in de zon, uit de wind.
Dat vinden we!
We halen natte kleding uit de rugzak om te drogen en knagen op onze hartkeks.
We zijn erg blij met dit bankje! 😃

Na een mooi stuk door het Broekbos lopen we voorbij het dorpje Plank ongemerkt Nederland weer in. Voor ons ligt het Gulpdal prachtig in de zon.


We glibberen de rivier voorbij en klimmen door het prachtige Beusdalbos naar onze volgende pauzeplek.
We hebben het warm gekregen, dus een heerlijk ijsje bij de Gelato Farm lijkt ons een prima plan.
Als het ijsje op is, verdwijnt de zon weer achter de wolken.
We hadden toch al zin in koffie en thee, wat een timing.

Ondanks de warme drank toch nog behoorlijk afgekoeld lopen we door. We dalen af in het Geuldal en bereiken die rivier via het mooie beekje Fröschebron.
Dap krijgt aan het eind van deze lange dag last van haar rug, we gaan aan de andere kant van de Geul op een helling in het gras liggen. Het is heerlijk in de zon.
Via een prachtige route door het dal langs het meanderende riviertje en een fruitboomgaard bereiken we één van de vele campings die het Geuldal rijk is, Gene Zijde. Het is een half jaar geleden dat ik gekampeerd heb, dus niet alles gaat soepel. Normaliter ben ik van orde en netheid in de tent, maar waar liggen alle dingen nu? In het donker ga ik op zoek naar mijn oordopjes, maar ze zijn onvindbaar. Dap slaapt al en ik wil haar niet wekken. Dan maar een nachtje zonder.
AMSTEL GOLD RACE
In het ochtendlicht vind ik mijn oordopjes precies op de plek waar ik ze zou verwachten.
Ik prop mijn slaapzak in zijn foedraal en kom er vervolgens achter dat het foedraal van mijn matras nog in het slaapzakfoedraal zit.
Tip: haal het er eerst uit.
Het is nog wat bewolkt als we na het muesliontbijt vertrekken, maar een waterig zonnetje schijnt al over het Geuldal.
Het is nog rustig op deze prachtige plek.
We klimmen langs een smal asfaltweggetje.
Hier en daar staat een vakwerkhuis in het groen.
We lopen even langs de stijgende Epenerbaan voordat we een breed bospad inslaan.
Een aantal wielrenners komt langsgeklommen. We zien hier de toerversie van de Amstel Gold Race in actie.
Bij een pauze op een bankje in het Vijlenerbos komen steeds groepjes gravelbikers en mountainbikers langs.
We lopen verder langs de grens.
De rust keert terug in het groen, met uitzondering van het vogelconcert boven onze hoofden.
Dan horen we een luid gekraak vlak achter ons.
Verschrikt draaien we ons om.
Een mountainbiker die omlaag komt geraasd?
Nee, we zien nog net een groot lijf wegschieten, het struikgewas in.
Nog geen tien meter van ons vandaan zijn wiegende takken het enige bewijs dat er iets geweest moet zijn.
Dan zien we in een flits een groot wild zwijn in het donker van de struiken.
Wow, dat was dichtbij!
Een lange klim door het bos volgt, de Vaalserberg op.
Aan de Belgische kant komen de uitzichten.
Bij het dorp Gemmenich komen we even tussen de bomen uit.
In de zon is het al heerlijk, in de schaduw nog fris.
De hele trein aan wielrenners die aan het ploeteren is naar de pas richting Vaals zal het niet fris hebben.
Dap en ik klimmen verder naar het Drielandenpunt, alwaar de Amstel Gold Race langs trekt terwijl wij een vroege lunch in de vorm van Belgische frieten nuttigen. Drie stappen verderop zijn we weer alleen en dalen we af door het bos en struinen we langs de Bruchbeek tot we op de verharde weg belanden. Wielrenners snellen voorbij, de afdaling in. We steken snel over als er een gaatje in het peloton ontstaat en dalen we een heel eind met de fieters mee. Het gezamenlijke geratel van hun achterwielen klinkt soms als autobanden die over het asfalt razen. De fietsers gaan links en wij gaat rechts, nog steeds verhard, helaas. Het stampt wel lekker door, dat dan weer wel.

Langs een lila bordeel lopen we richting Duitsland.
Oud Lemiers is het laatste Nederlandse gehucht.
Het prachtig.
Een oud kerkje, een oldtimer.
Alsof de tijd er stil heeft gestaan.
— Het is net of je in het buitenland bent, zeg ik, en loop drie stappen om de grenspaal te passeren.
Na meer asfalt volgt een prachtig stuk door het dal van de Selzerbeek, die de grens met Nederland vormt.
Daarna glibberen we omhoog over een echt gamaschenpad, maar die modderwerende attributen hebben we al weggestopt.
Na een bos zijn we kennelijk weer in Nederland beland, en ook op het lelijkste stuk Rondje Limburg tot dusver.
Provinciale weg, tankstation, zwavelstank.
Verhard bereiken we de spoorwegovergang van de Miljoenenlijn bij Simpelveld, waar we een oud dieseltreinje zien langsrijden en we bij Perron Vier een uitsmijter bestellen als een laat tussendoortje of vroeg avondmaal.
De kilometers beginnen te tellen voor Dap.
Het zijn er ook weer heel wat vandaag 😬.
We slaan af van het Rondje Limburg richting de camping in Colmont, nog meer dan een uur verder.


DAAR DOEN WIJ NIET AAN
Om de wandeldag bij voorbaat wat in te korten, pikken we de route van Rondje Limburg pas voorbij Simpelveld weer op. In de aanloop hebben we mooie, wat heiige uitzichten over het zuidoosten van Zuid-Limburg vanaf de Vrouwenheide. We glibberen over een smal paadje langs twee oude kalkovens en veldjes vol daslook, helaas nog niet in bloei. Het is hier prachtig!



Ook het Imstenraderbos, waar we Rondje Limburg weer terugvinden, is mooi.
Het is best warm en we nemen een korte snackpauze in de zon.
Enkele hoge woontorens van Heerlen, die overal bovenuit steken, vormen een groot contrast met het groen en de rust van de directe omgeving.
Er is bijna niemand op pad, al is het zondag, Eerste Paasdag.
Even verderop nemen we een groot stuk vlaai bij 't Koffiehuuske.
Het zit bijna vol.
Aha, hier is dus iedereen!

De uitgestippelde route loopt een heel stuk door bebouwde omgeving, dus eens moest het ervan komen: we lopen de buitenwijken van Heerlen in. Het is even doorzetten tussen met grote hondendrollen bezaaide grasveldjes en huizen met rolluiken, maar we bereiken al best snel het volgende stukje bos.

Via verdere wijkjes en bosjes bereiken we de oude Leenderkapel op een beboste heuvel, waar we op een bankje pauzeren.
Het kapelletje zit dicht en er is niemand.
Wie had dat gedacht op Eerste Paasdag, in een katholiek jubeljaar nog wel.
Dan komen drie wat oudere mensen het kapelletje inspecteren.
— Zijn er nog speciale paasactiviteiten? vraagt Dap nieuwgierig aan de keurig geklede heer in het gezelschap.
—Nee, nee, daar doen wij niet aan! is het antwoord in Limburgse tongval.
Paaseieren zoeken!
Tot zover de mythe van het rijke Roomse leven van de zuiderling.


Op de Brunssummer Heide wanen we ons op de Veluwe. De vogels fluiten en de krekels geven een tsjirpconcert. Het is wat benauwd, de eerste druppels zijn al gevallen. We buigen af naar de camping en checken buienradar. We waren er al bang voor, er zit regen aan te komen.

Op weg naar de stadscamping lopen we door de volkswijk Meezenbroek.
Oei, toch al niet bepaald de mooiste plek op aarde, en overal nog rolluiken ook.
Dap maakt zich inmiddels ernstig zorgen over op wat voor plek we gaan overnachten, maar de camping in het noorden van Heerlen ziet er gelukkig netjes uit.
Het sanitair is zelfs het meest luxe wat ik ooit op een camping heb gezien.
Gloednieuw, comfortabel verwarmd, smaakvol ingericht.
Het is net een hotel.
Het avonturendiner doen we in de tent, terwijl de regen is begonnen te vallen.
50
We vinden zowaar twee stoelen die niet zijn natgeregend en ontbijten in de ochtendzon. Weer op de Brunssummer Heide stuiten we bij de bron van de Roode Beek weer op het Rondje Limburg.
Deze laatste dag begin ik de kms ook wel echt te voelen. Gelukkig is de wandeling vandaag behapbaar.
De route voert ons hele stukken over single tracks voor de mountainbike.
Het is gelukkig niet druk, maar ik hou eventuele fietsers goed in de gaten.
Ze kunnen hard gaan op de steile stukjes.
De mountainbikers die ons tegemoet komen zijn erg vriendelijk en soms wachten ze zelfs om ons voorrang te geven op een krap stukje.
Dan hebben ze een goed excuus om even te kunnen rusten!
😃
Dap kiest voor een stukje zelf uitgezette route boven het traject via mountainbikepaden.
De route pakken we weer op bij de ingang van het blotevoetenpad, waar als paasactiviteit het gezicht kan worden geschminkt.
Dap laat spontaan een vrolijk versierde 50 op haar wangen zetten.
Ze heeft ook haar zinnen gezet op het blotevoetenpad, dus de rugzakken gaan aan de kant en de schoenen gaan uit.

Na deze ervaring staat ons een nieuwe uitdaging te wachten: Het halen van de bus van 15:27 naar Sittard in Gangelt. Het is ons wat waard om deze te halen, want hij rijdt vandaag slechts eens per twee uur. Gewoon weer met de schoenen aan stiefelen we door de bossen en velden, soms wat modderig, op naar het Duitse plaatsje.

— Godverdomme, godverdomme, godverdomme!
Een man staat te tieren op het bospad dat wij inslaan.
Wat is dit?
Iemand met Gilles de la Tourette?
Nee, het is een man die tegen zijn kleine hondje tekeer gaat.
Het dier luistert totaal niet naar hem.
Arme, onafgerichte hond.
Dit zijn tevens de laatste woorden Nederlands die Dap en ik horen.
Bij het uitgestorven zweefvliegveld beginnen de tegenliggers in het Duits te groeten.
We naderen onze eindbestemming!
Langs enkele akkers bereiken we de bushalte in een buitenwijk van Gangelt met tien minuten marge.
Dat valt mee!
Of toch niet, want de weg ligt open.
De SB3 naar Sittard stopt hier niet vandaag.
Wat nu?
Al snel hebben we op de kaart een andere halte in Gangelt gevonden.
We stiefelen langs stadsmuren, torens en een bijzondere poort maar we hebben er erg weinig oog voor.
Bij de volgende bushalte zitten twee mensen.
Jawel, de bus naar Sittard stopt hier twee minuten later.
Met deze eindsprint nemen we afscheid van vijf dagen Zuid-Limburg.

Het plan
Het Rondje Limburg is een ongemarkeerd langeafstandswandelpad van 385km langs de randen van de gehele provincie Limburg (en omstreken).
Het pad begint in het Zuid-Limburgse Eijsden en gaat met de klok mee, via de Mookerhei en het Drielandenpunt terug naar Eijsden in 18 etappes van ca.
20km.
De kleine wandelpaadjes worden opgezocht: maar liefst 80% van de route is onverhard.
Het Rondje Limburg is een privé-initiatief en géén officieel LAW.
Op basis van deze route heeft Blogout een vijfdaagse wandeling door Zuid-Limburg bedacht van Maastricht naar Gangelt, tegen de looprichting van het Rondje Limburg in.
Onze wandeling omvat (een deel van) etappes 1 en 15-18, van het Vrijthof in Maastricht tot een bushalte in het Duitse Gangelt, plus een korte aanlooproute vanaf station Maastricht.
Blogout liep deze wandeling in en rond het lange Paasweekend, dat in 2025 half april viel, midden in de bloesemtijd.
Een prachtig moment om naar Zuid-Limburg af te reizen.
In totaal legden we zo'n honderd km af in vijf wandeldagen en vooral op dag 2 en 3 flink wat hoogtemeters.
We overnachtten (in principe) op campings, die niet overal dicht aan de route van Rondje Limburg te vinden waren.
Deze wandelkampeertocht kun je als volgt indelen:
- Dag 1: Maastricht — Mescherhei (13km, +200m, -200m). Een korte dag om mee te beginnen. Neem contant geld mee voor het pontje Lanaye-Eijsden — als het vaart 😬. Een voor de hand liggende camping om te overnachten is De Mescherhei, vrijwel aan het Rondje Limburg. Verderop zijn er meer. In de route zit een lange, steile afdaling die bij nat weer spekglad is.
- Dag 2: Mescherhei — Gene Zijde (22km, +600m, -500m) met overnachting op camping Gene Zijde, vlak aan de route in het Geuldal. In deze omgeving struikel je werkelijk over de campings aan of niet ver van het Rondje Limburg. Een pittige wandeldag.
- Dag 3: Gene Zijde — Simpelveld — Colmont (25km, +800m, -800m inclusief een afloop naar de camping in Colmont van 5km, +100m, -100m). Een camping in de directe omgeving van de route hebben wij niet gevonden. Dap en ik overnachtten op Panoramacamping Colmont. Wederom een lange wandeldag.
- Dag 4: Colmont — Imstenraderbos — Heerlen (totaal 21km, +400m, -500m, inclusief aanloop van 7km, +100m, -100m en afloop 3km) met overnachting op stadscamping Hitjesvijver in het noorden van Heerlen. We hebben een stuk Rondje Limburg van Simpelveld tot het Imstenraderbos van 4km overgeslagen om de dagafstand behapbaar te houden.
- Dag 5: Heerlen — Gangelt (16km, +200m, -200m). In Gangelt neem je bus SB3 naar Sittard en dan verder met de trein.
