Tijdens eerdere tochten in Lapland zagen we bij verschillende hutten bordjes Nordkalottleden hangen. Er hing vaak een kaart bij met daarop een 800 km lange wandelroute door Noorwegen, Zweden en Finland. En dat trok! Het eerste dat geregeld moest worden was tijd: een zomer zonder werk en afspraken. Daarna kon de praktische voorbereiding van start. Onze uitdaging zat vooral in het bepalen van de etappes en de bijbehorende eetvoorraad. Waar kunnen we makkelijk het gebied uit? Sturen we wel of geen voedselpakketten vooruit? Een mooi moment was toen we alle wandelkaarten aan elkaar hadden gelegd en de vloer van de huiskamer bijna volledig bedekt was. Dan is 800 km ineens heel veel. Toch ging het ons niet om het aantal kilometers, we wilden vooral ervaren wat 10 weken wandelen en kamperen in relatief ongerept gebied en 24 uur per dag samen zijn met ons zou doen.
Inlooptocht
Begin juli. Na twee dagen treinen stappen we uit in de Noorse kustplaats Bodø, aan het einde van de Noorse spoorlijn naar het noorden. De zon schijnt dag en nacht en het is bloedheet. Het hele pad hebben we opgedeeld in zes etappes. Maar, voordat we daaraan beginnen, lopen we een vierdaagse inlooptocht om een beetje warm te draaien en te wennen aan het terrein. Er ligt nog heel veel sneeuw op de route en onze rivierdoorsteek-kunsten worden meteen op de proef gesteld.
Etappe 1: Sulitjelma - Ritsem
We nemen een taxi naar het bergdorp Sulitjelma. Hoewel het in deze streek al erg dunbevolkt is, trekken we nu echt niemandsland in. De taxichauffeur wil ook wel een stukje van de bergen zien en gaat de uitdaging aan om ons zover mogelijk over de gravelpiste op weg te brengen. Uiteindelijk strandt de taxi op een muur van sneeuw en moet hij achteruit bergaf. Wij zwaaien hem na en zijn op pad, gelijk achternagezeten door de eerste steekbeesten. Dit stuk van de tocht kenmerkt zich door een ruig Noors begin en een wijds Zweeds einde in het gebied Padjelanta. Door massa's bloemen op de toendra en door prachtige kampeerplekken die aan het begin van de noordelijke zomer rijk zijn aan muggen! Evenzo het uitzonderlijk mooie weer, de beste Laplandse zomer sinds 1980... Een vooraf opgestuurd voedselpakket heeft het niet gehaald tot de jeugdherberg Ritsem, maar slechts tot Gällivare, de dichtstbijzijnde noemenswaardige plaats. Dat betekende drie uur bussen enkele reis: op de rustdag hoefden we ons dus niet te vervelen en ook was het een prachtkans op een goede cappuccino 🙂.
Etappe 2: Ritsem - Katterat
Voor dit traject besloten we af te wijken van het officiële Nordkalottleden, dat hier eerst een stuk door bossig gebied gaat en vervolgens een drukker belopen pad door Zweden volgt. De ruige Noorse bergen van Narviksfjell spraken ons meer aan. Het was de meest alpiene etappe van de zomer. Letterlijk hoogtepunt was de pas tussen de hutten Gautelis en Cáihnavággi. Tijdens een eerdere toerlanglauftocht in de winter bewogen we ons hier moeiteloos over de sneeuw, nu was het uitgestrekte blokkenveld een ware fysieke uitdaging. Daarnaast zijn de wiebelige Noorse bruggetjes ook een verhaal apart... dat moet je maar durven. Een lang bad in een koude beek brengt verfrissing op een hete dag. We eindigden in het stationnetje van Katterat, een piepklein plaatsje hoog boven een fjord, dat alleen per spoor bereikbaar is. De trein naar de Zweedse Abisko wilden we niet missen, wij waren toe aan een goede bak koffie.
Etappe 3: Björkliden - Rostadalen
Na twee heerlijke rustdagen in Abisko en herenigd met een postpakket vol etenswaar, startten we in Björkliden met de nieuwe etappe. Eerst een klein stukje door Zweden en al snel weer de eenzaamheid en ruigte van het Noorse Øvre Dividal in. Zouden we hier een beer, veelvraat of wolf zien? Dat niet, maar een ander hoogtepuntje van de Laplandse natuur was wel overal te vinden. Het was inmiddels begin augustus en het bessenseizoen was begonnen. Bijna dagelijks plukten we een grote pot heerlijke moltebær! Wat verder kenmerkend was voor deze etappe? Een paar dagen met twee lokale dames opgelopen, in verband met dreigend onweer een paar keer in hutten geslapen en daar Noorse kookkoffie leren zetten. Uiteindelijk geraakten we met onze voorraad eten veel verder dan verwacht, en op de allereerste dag met slecht weer een lift gekregen op een parkeerplaatsje aan het eind van een onverhard weggetje. Na tien dagen weer voor even op naar de bewoonde wereld!
Etappe 4: Rostadalen - Kilpisjärvi
Van Rostadalen liepen we naar Kilpisjarvi, Finland in dus! Slechts een paar dagen lopen en het grijzige weer nam de mooiste uitzichten weg. We waren meer onder de indruk van vijf piepjonge Duitse scoutingmeisjes en de aankondiging van de geboorte van Saars neefje dan van de route. Begonnen we verwend te raken? Of was het tijd voor even iets anders? Een weekendje op citytrip naar Tromsø bood uitkomst.
Etappe 5: Kilpisjärvi - Saraelv
Na het hippe stadsbezoek vonden we onszelf terug tussen Finnen die de hoogste berg van hun land, de Halti, willen bedwingen. Wij vermaken ons vooral met dit fenomeen gade te slaan, onderweg en in de overvolle hutten en zijn blij als we, net voor de Halti, in de richting van het Noorse Reisadal kunnen afbuigen. Slechts vergezeld van wat rendieren en een paar Sami op quads is het een rustig stuk waar we alweer de laatste moltebær van het seizoen plukken. De laatste dag zien we een paar hoge watervallen, voorteken van een heel nieuw wandelgebied!
Etappe 6: Saraelv - Kautokeino
Het Reisadal, in de zomer ook wel de groene hel genoemd: vochtig, warm en vol muggen. Maar het is inmiddels eind augustus en de meeste steekbeesten hebben de zomer niet overleefd. We kunnen dus rustig onze weg door metershoge varens vinden en genieten van dit aparte gebied dat door de weelderige plantengroei een waar arctisch oerwoud is. Prachtig, we volgen twee dagen lang de rustige rivier door de immense kloof. Bij een hut blijkt een sauna, uniek in Noorwegen en op verzoek van de koningin gebouwd.Bij een hut blijkt een sauna, uniek in Noorwegen en op verzoek van de koningin gebouwd. Dus we kunnen niet anders dan hier blijven. Precies als hij warm is komt de hutopzichter met zijn rivierboot aan en nadat ook hij is uitgedampt kletsen we de rest van de avond over de lokale beslommeringen. Gek idee dat het nog maar een paar dagen lopen is naar Kautokeino, ons eindpunt. We kamperen nog op de uitgestrekte hoogvlakte Finnmarksvidda en genieten de laatste dagen van een wandeling door de berken in geel herfsttenue. Dan begint de terugreis... uitgewandeld maar nog lang niet uitgekeken op Lapland.
Over dit artikel
Dit is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen als Lezersverhaal in Op Pad Magazine nr. 4/2016. Zie ook de online-versie van dit artikel op de Op Pad website. De tekst van dit artikel is geschreven door Saar Langelaan.