Aan de overkant van de Hoogrijn, in Zwitserland, staat een wolkenfabriek. Op een druilerige middag wandel ik met Dap door het uiterste zuiden van Duitsland het stadje Waldshut uit richting het startpunt van de Albsteig in Albbruck. We ontdekken waar al die wolken in de lucht vandaan moeten komen: uit de enorme koeltoren van een Kernkraftwerk.
Door dorpjes met geschilderde huizen en langs hoogstamfruitbomen volgen we de markeringen van de Hochrhein Höhenweg. De Hoogrijn houden we links, we kijken uit over de uitlopers van de Jura op de Zwitserse oever. Het wandelpad is goeddeels verhard; dit is bewoonde wereld.
In Albbruck wisselen we van markering.
Hier begint de Albsteig, de wandelroute die ons tot vlak onder de top van de Feldberg gaat brengen.
Door het dorp stroomt het riviertje Alb diep onder ons door haar kloof de laatste meters naar de Hoogrijn.
Al gauw verlaten we het Rijndal en volgen we een onverhard wandelpad door de beboste schlucht van de Alb, een flinke verbetering.
Hochfels, Tiefenstein: tot de verbeelding sprekende namen verschijnen op wegwijzers.
We doen de rugzakken even af om een smal, steil kammetje op te gaan.
Hier vinden we een mooi uitzicht op het Albdal onder ons en staan we op gemzenkeutels.
Leuk om even wat luchtige stapjes te kunnen zetten!
Bij een informatiebord vermaken we ons met de namen van de Duitse dieren en planten.
Schwalbenschwanz vind ik de topper: Duits voor koninginnepage.
Na een lunch op een bankje onder een appelboom dalen we steil af, de kloof van de Alb in.
We belanden in een weelderig, windstil woudje.
Een kleine beek stroomt tussen enorme keien.
We steken het water over via een lelijk betonnen wandelbruggetje, dat overwoekerd door mos bijna in de omgeving opgaat.
Een wildromantische plek, zouden de Duitsers zeggen. Maar er zijn geen Duitsers. Er is helemaal niemand aan de wandel hier!
Een slingerend paadje brengt ons door herfstige bossen naar het gehucht Tiefenstein.
Er staan protestborden: hier wonen mensen die blijkbaar erg boos zijn op de overheid omdat een weg al jaren is afgesloten.
Een fikse klim brengt ons via geiten, kippen, koeien, ezels, alpaca's en damherten naar gasthof Lamm, rustiek ingericht.
Het restaurant is een gutbürgerliche toestand.
De Schlachtplatte wordt aangeprezen op een bord.
Nein, danke.
LOCKER UND UNKOMPLIZIERT
Dikke mistflarden drijven langs als we aan het ontbijt zitten. De wolken lossen op op het moment dat we erin belanden en tegen de tijd dat we weer door het Albdal lopen, schijnt de zon heerlijk door het herfstbos.
Dap ziet een bruggetje in de diepte en we stiefelen er zonder rugzak even heen. Dit zijn de mooiste plekjes. De beek kabbelt bedaard onder ons door, boven ons hangen boomkruinen in najaarstint. Af en toe valt een blad dat zich langzaam en geruisloos bij de dikke laag voegt die de bodem al bedekt.
Waar de Höllbach in de Alb vloeit, verkennen we de stenige oevers.
In het zand staat geschreven: Ich vermisse dich.
Dap was het niet, maar ze hád het kunnen schrijven.
Er loopt een mens over het wandelpad, een opvallende verschijning hier.
Het is pas de tweede wandelaar die we zien in evenzoveel dagen.
De Albsteig volgt de bruisende zijbeek omhoog.
We bereiken de großer Höllbachwasserfall, die niet zo groot is, maar wel heel mooi gelegen.
We glibberen over gladde stenen langs de waterkant naar een mooie fotoplek, om er even later achter te komen dat er gewoon een pad naar een nog beter uitzichtspunt gaat.
We belanden weer in het Albdal en steken de brander aan op een picknicktafel om een kop koffie te brouwen voor bij de hartkeks.
Een kerel gaat met drie kinderen op een naburig bankje zitten.
— Waar is iedereen? vraagt Dap.
— Het is hier in het algemeen rustig, antwoordt de Duitser.
Nou, dat merken we.
Na de lunch komen we in een klim zowaar drie mensen tegen, maar het is dan ook zondagmiddag en prima herfstweer.
De Albsteig versmalt tot een prachtig groen tunneltje door het bos.
Een leuke afwisseling van de vele brede bospaden.
We passeren het gehuchtje Niedermühle en staan een tijdje te kijken naar een koelkast met een assortiment dranken langs de kant van het pad, maar contant betalen met kleingeld is een te grote uitdaging voor twee Nederlanders in 2023.
Ik heb noodgedwongen wat meer spullen in mijn rugzak dan Dap, want haar rugzak is te klein en die van mij te groot.
Het gevolg is dat ze niet het gevoel heeft dat ze iets op haar rug draagt.
Vlak voor de laatste klim van de dag, 250 hoogtemeters, wisselen we van rugzak.
Allebei blij!
😃
Boven arriveren we in een boerendorpje temidden van weilanden, Wolpadingen.
Landgasthof Hirschen wordt gerund door twee oudere mannen met een Zwitsers accent die ons vriendelijk ontvangen in hun hotelletje uit grootmoeders tijd, gelegen naast een likeurstokerij.
Kein stress, hadden ze Dap geschreven, bei uns ist alles locker und unkompliziert.
Vanuit onze kamer met doorzakkende vloer hebben we uitzicht op enkele toppen van de Zwitserse Alpen.
Er wordt speciaal voor ons vegetarische ravioli gekookt en ook de bunter Salatteller beheersen ze hier.
Dap werkt zich door een grote weizen 0.0 heen, maar ze lonkt naar de likeurtjes van de buren achter de bar.
Ander keertje maar.
IST ZU, BLEIBT AUCH ZU
Is het afgelopen met onze lockere und unkomplizierte herfstwandeling? Er is een weersomslag aanstaande. De weerapps voorspellen vandaag al regen. En daarna hele dagen nat, de rest van de tocht. Al is de lucht loodgrijs, voorlopig is het nog droog en kijken we vanaf een heuvel boven het dorpje naar een schitterende rij spitse, besneeuwde bergpieken: de Zwitserse Alpen.
Vandaag staan er op de Albsteig veel brede schotterpaden door weinig afwisselend naaldbossen op het programma.
De Alb is niet echt in beeld.
Het loopt wel lekker door, we staan zelden stil om foto's te maken.
Dap trekt een kastje open dat midden in het bos aan een boom hangt.
Drie soorten sterke drank!
Dat heeft zij weer!
We beperken ons tot proeven met de neus.
Dat is maar goed ook, want direct na de drankkast trakteert de Albsteig ons op een heus blokkenveldje.
Daarna komt toch de regen.
We kleden ons om in goretex.
Een aantal schotterpaden verder wordt het dan weer droog.
Niet voor heel lang.
Het is inmiddels tijd voor lunch.
We proberen er op onze telefoons achter te komen of het restaurant van een naburige camping open is, en wat het weer gaat doen.
Elk land heeft zo zijn mindere punten, en dit land heeft in ieder geval één groot drama: mobiel bereik.
Vooral mensen met Ongeduld Met Electronica hebben hier last van, en ik leid aan deze aandoening.
Dap geeft het niet zo snel op, maar vijf minuten later moet ze toch toegeven: kansloos.
We stampen dan maar naar de camping.
Een houten schubbenhuis in belabberde onderhoudsstaat herbergt ogenschijnlijk een café, maar de deur is afgesloten.
Het goede nieuws is, dat het is gestopt met regenen en de zon is gaan schijnen.
We ploffen neer op een houten zithoek en richten een lunch aan.
Een auto stopt naast het huis en een oude vrouw stapt uit.
— We dachten dat het café misschien open was, zegt Dap.
— Ist zu, bleibt auch zu, is haar korte commentaar, en ze verdwijnt naar binnen.
We ronden een stuwmeer in de Alb en klimmen over de volgende heuvel.
We belanden in het dorp Häusern waar we bij de Aldi süd wat verse groente en fruit en veel te veel chocoladerepen kopen.
Ik wil de repen al in mijn rugzak opbergen, maar Dap staat erop ze zelf te dragen.
—Maar jouw rugzak zat toch vol? vraag ik verbaasd.
Voor chocoladerepen blijkt nog wel plek 🙃.
We snacken de gezonde waren buiten de Aldi süd in de laatste zonnestralen en stampen door richting Sankt Blasien.
Het is al zes uur en het begint te schemeren.
Vlak voor ons eindpunt lopen we een schitterend schluchtje in.
Over een stenig pad klimmen we langs de smalle Windbergbächle en via diverse bruggetjes gaan we erover.
Bijna iedere stap wordt begeleid door een nieuw miniwatervalletje.
Alles is groen van het mos.
Het is hier onder de hoge bomen al aardig duister, maar we nemen toch even de tijd voor deze kloof.
Zo mooi!
Even later staan we voor een hoog, wit, houten chalet in het bos: ons hotel Villa Kehrwieder.
Een spookhuis.
Het is donker en stil rondom het huis en we fantaseren over spinnen, vleermuizen en spoken.
— Hier zijn een paar grafstenen, wijst Dap bloedserieus naar een veldje tegenover de ingang.
Ik check toch even of het niet écht zo is.
We bellen aan en de vrouw die komt opendoen zweeft niet een paar centimeter boven de grond.
Ze brengt ons door een houten trappenhuis met krakende treden naar onze kamer.
Dap doet een kast open en er valt geen skelet uit.
Wat een bijzondere plek om te slapen!
KLEINE ALBJES
— Rotpunkt!
Dap wijst naar een rode stip op een rode thermoskan en trekt een gezicht alsof ze net iets gewichtigs heeft gezegd.
Ze heeft een deel van haar jeugd in dit mooie land doorgebracht en dat heeft tot gevolg dat ik regelmatig een cultureel feitje uit die tijd te horen krijg.
Zoals dat de geit van Heidi Geißlein heet.
Heel handig als je niet een deel van je jeugd in Duitsland hebt doorgebracht.
We zitten als enige gasten in de ontbijtkamer en onze gastvrouw vertelt dat het eerste gastenboek uit 1893 nog in de kelder opgeslagen ligt.
Wij schrijven wat in het exemplaar dat nu gebruikt wordt en gaan de regen in.
Er is de hele dag nattigheid voorspeld.
We lopen in de regen langs Sankt Blasien.
We glippen in de regen onder een versperring door die aan beide zijden staat van een blijkbaar afgesloten bruggetje over de Alb.
Dap ziet een monumentale fijnspar met takken tot op de grond.
We leggen er onze matjes neer en gaan liggend pauzeren onder de boom, die ons droog houdt.
Terwijl we chocolade snacken, kijken we naar de druppels die een paar meter verderop uit de lucht komen kletteren.
Lunch richten we aan in een overdekt schuilhutje op een heuveltop: hartkeks, paprika, koffie, avonturenei. Om ons heen staan goudgele berken. We komen duidelijk wat hoger en het najaar is hier al gevorderd. We lopen in de regen door Menzenschwand, een klein dorp met enorme huizen. Bij de Albwasserfall houden we een fotosessie. Het lijkt droog te worden. Even later zitten we op een bankje te pauzeren. De regenjas kan uit. We zien wat blauwe lucht en een voorzichtig zonnetje. Helaas komt het te laat voor mijn schoenen, die behoorlijk nat zijn vanbinnen.
Een flinke klim door een schitterend herfstbos met ruisende kleine Albjes brengt ons bij de weg naar de Feldbergpas.
We lopen door de mist, het schemert.
Het bospad leidt ons langs donkere, hoge fijnsparren.
Een echt zwart woud.
Er is hier niemand.
Dap sprint voor me uit naar de jeugdherberg in de hoop droog te blijven, want het begint weer te regenen.
De druppels vallen op mijn schouders als ook ik de laatste meters afleg. We sluiten daarmee deze natte dag in stijl af.
Binnen staat ons een verrassing te wachten. Vijf schoolklassen krioelen rond het dinerbuffet.
O, help. Het is gedaan met onze rust.
GERMKNÖDEL
Als we rond kwart over acht de jeugdherberg verlaten, staan honderdvijftig kinderen bij de bushalte te wachten.
Als de bus richting Titisee vertrokken is, zijn we weer alleen buiten.
De Duitse kinderen waren braaf en welopgevoed, maar het waren er gewoon ontzettend veel.
We zijn hier op het verste punt van de Albsteig en keren via een variant van de Albsteig terug naar Sankt Blasien.
Al is het een kleinschalig gebied, het is hier wintersport-lelijk.
Tussen dikke wolkenflarden staan sparren, barren, hotelletjes en skiliftjes.
Eén van die tentjes prijst zichzelf aan met: Hier gibt's Germknödel.
Hm, klink niet heel aantrekkelijk.
De regenjas gaat al snel aan en we staan heel even in de wind op de top van de Herzogenhorn van een non-uitzicht te niet-genieten.
Dap en ik gaan verder over het glooiende, hoge plateau; de mist past uitstekend bij de gure sfeer.
Heel even, vijf seconden misschien, trekt het open en zien we onder ons hellingen en boomtoppen.
We dalen af door een prachtig, mistig, herfstig beukenbos naar de bewoonde wereld, Bernau.
In het dorpje lijkt niets open; we pauzeren in het bushokje en kijken naar de regen.
Twee minuten na de pauze zien we de Landwinkel.
Weer twee minuten later staan we daar met een coffee to go en een dikke koffiekoek.
Het kan, dus het moet.
Na twee pauzes verlaten Dap en ik Bernau en beginnen we de Bernauer Alb te volgen.
Een wonder: we worden dertig seconden beschenen door de zon.
We stiefelen stevig door over een grindpad langs de beek tot we in het volgende dorp in het volgende bushokje gaan lunchen.
We negeren een omleidingsbord (Wegarbeiten) en volgen een pad door het bos langs de Bernauer Alb.
Het regent inmiddels stevig.
Het is een soort regen die voorlopig niet lijkt te minderen.
Een tweede omleiding negeren we ook (Felssturz).
Er liggen een paar steenbrokken op het pad, levensgevaar 😲.
En dan zijn we rond.
Dat wil zeggen, vlak voordat we Sankt Blasien bereiken, hebben we alle kilometers van de Albsteig afgelegd.
Een heugelijk feit dat we niet al te uitgebreid vieren, daarvoor regent het te hard.
We lopen door het stadje. Het is eigenlijk best mooi, maar het weer is te vies om ervan te genieten. Dap grist bij de Lidl een stapel reclamefolders mee om in onze natte schoenen te duwen. Even later checken we in bij het Klostermeisterhaus. Stop de tijd, kwart over vier 's middags. Dit is een vroegterecord op onze langste wandeldag, met dank aan de overvloedige regen voor het doorstappen. We lijken de enige gasten. Geen schoolklassen in de buurt.
GEALLIEERDEN
Het plenst als Dap en ik Sankt Blasien verlaten.
We zien de Alb lustiger dan ooit langs het stadje stromen.
We nemen afscheid van de rivier en gaan via de Mittelweg en Wolfssteig verder.
— Dit is niet het Zwarte Woud, maar het natte woud, zegt Dap.
Het hoogste punt van de dag bereiken we bij het dorp Höchenschwand.
Een hotel hier heet Alpenblick.
Nou, vandaag niet hoor!
Als we het plaatsje verlaten wiegen de sparren in de wind.
De regen komt horizontaal langs gedreven.
We gaan het bos in en
bereiken het diepe beekdal van de Schwarza.
De helling wordt steil, de paadjes smal.
We lopen tussen een rotswand en een afgrond waarvan de bodem niet te zien is tussen de sparren en beuken.
Mooi!
En het lijkt warempel wel of het niet meer regent!
Al krijgen we nog regelmatig een douche vanuit de natte boomkronen over ons heen in een windvlaag.
We houden een lange lunch in een schuilhut: koffie, thee, chocolade, hartkeks en stukjes kaas die Dap heeft meegesmokkeld uit het Klostermeisterhaus.
Tot onze verrassing schijnt de zon steeds vaker een paar seconden tussen de bomen door.
Gewoon in vol regenornaat lopen we verder.
We hebben er blijkbaar nog weinig fiducie in.
Maar het herfstbos om ons heen glimt steeds vaker in de zon.
De regenpakken zijn weer in de rugzakken verdwenen als we een tijd later langs een opgezwollen Bächle met bruin water het bos uitlopen.
Wat een prachtige middag hebben we nog gehad in de Schwarzaschlucht!
We klimmen door open veld naar het dorpje Nöggenschwiel, waar we op verharde weg belanden.
Op de laatste meters voor onze overnachtingsplek Gret-Stube marcheren we stampend onze modderschoenen schoon.
— Daar komen de geallieerden! zegt Dap.
Terwijl nieuwe regenbuien het asfalt weer schoonspoelen, weten we het laatste stuk schwarzwälder Kirschtorte te bemachtigen en hebben we de hotelsauna uren voor onszelf.
Wat een fijne laatste overnachtingsplek!
VERBODEN TOEGANG
Een uitstekend ontbijt in een prachtige eetzaal is een mooie afsluiting van ons verblijf. Buiten schijnt de zon! Stevige windvlagen jagen over het open boerenland. Helaas lopen we veel over asfalt. In de verte wordt al weer de Jura zichtbaar aan de overkant van het Rijndal. De bekende wolkenmachine vlak bij Waldshut komt ook in beeld. Deze draait weer op volle toeren.
In een afdaling komen we langs één van de relaxbankjes die we de afgelopen week langs de route zagen staan, maar niet gebruikt hebben. We gaan er samen op liggen. Dap wil een foto maken van dit zonnige ontspanmomentje. Helaas, de zon schuift achter de wolken voordat ze de camera in stelling heeft gebracht en even later staan we ons in de eerste regendruppels om te kleden in goretex.
Het regent af en aan terwijl we voorthobbelen langs grasland en bomenhaag, beekje en asfaltweg.
Het is niet zo boeiend vandaag, constateren we tijdens een koffiepauze op een beschutte plek met tafel en bankje onder een bordje waarop staat dat het hier van een jager is en verboden toegang bovendien.
Maar de zon begint weer te schijnen!
We dalen verder af en hebben nog een aardige finale in het beboste beekdal van de Seltenbach.
Midden in het bos stuiten we op een kudde herten...
achter gaas.
We dalen af naar Waldshut, waar we bijna precies een week eerder begonnen zijn met de wandeltocht.
Taart op het perron en op naar huis!
Der Plan
In de herfst is het hooggebergte tamelijk onbereikbaar geworden. Het is een prachtige periode om in een Duits middelgebergte te gaan wandelen.
Het plan was om in het Zwarte Woud een herfstwandeling langs de Schluchtensteig te gaan maken, maar een hele dagetappe van deze tocht bleek precies in de tijd dat we er wilden zijn, vollständig gesperrt.
Ga je zoeken naar een alternatieve route door het Zwarte Woud, dan vind je ongeveer honderd opties.
Met varianten.
Zo is er de Westweg, de Mittelweg en de Ostweg, maar heeft de Westweg ook een oostelijke variant.
Volg je het nog?
De Schwarzwaldverein heeft zo'n 15.000 wegwijzers neergezet.
Onze keuze viel uiteindelijk op de Albsteig, die de Schluchtensteig overigens kruist in Sankt Blasien.
Dap wilde een rivier en ik wilde behapbare dagetappes van onderkomen naar onderkomen eind oktober, als het daglicht in die streek beperkt is (zon op: ca. 8:00,
zon onder: ca. 18:15).
Overigens zijn er twee Albsteigen in Duitsland – wat wil je ook met zoveel wandelpaden?
Wij hebben het hier over de Albsteig Schwarzwald en niet over die in de Schwäbische Alb.
De Albsteig Schwarzwald volgt de loop van de bergbeek Alb van de monding in het Rijndal tot het bronnengebied bij de Feldbergpas en de Herzogenhorn, niet ver van het hoogste punt van de Zwarte Woud, de Feldberg (1493 m).
Ook de Albsteig heeft varianten. Even benoorden Sankt Blasien splitst de route zich in een westelijke variant die de Bernauer Alb volgt en een oostelijke langs de Menzenschwander Alb.
Blogout loopt ze beide.
De tocht gaat dan van Albbruck via Sankt Blasien naar de Feldbergpas en terug naar Sankt Blasien over 83 km.
Als je wil kiezen en het is zeer slecht weer: de westelijke variant is meer blootgesteld aan de elementen.
Blogout heeft deze wandeling over meest onverharde en eenvoudige paden en boswegen als zeer rustig ervaren.
Onderweg zijn er erg weinig voorzieningen voor een hapje en een drankje, of de openingstijden zijn beperkt.
Ook ontbreken de in Duitsland gebruikelijke overdekte schuilhutjes langs de route goeddeels.
We hebben er langs de Albsteig maar drie aangetroffen (plus beschutte bushokjes in de dorpjes).
Er is ook een officiële route van Sankt Blasien terug naar Albbruck vastgesteld (via Mittelweg, Wolfssteig en Hochrhein Höhenweg) en ook die plakken we eraan vast.
Zo krijgen we een ronde (of eigenlijk een achtje) van 125 km en 4700 meter omhoog en omlaag.
We doen er zeven dagen over.
Er zit een traject van ca. 10 km in deze route dat we in beide richtingen moeten afleggen.
Langs deze rondwandeling ligt voldoende (betaalbare) accommodatie om dagetappes van maximaal ca.
20 km af te kunnen afleggen. Dap zocht voor accommodatie op de officiële website en op Google Maps.
Boek vooraf (en dat moet soms telefonisch, internet is een uitdaging in Duitsland!) en let bij de planning op de Rühetag(e) van de hotels.
Wij hebben ons niet gehouden aan de voorgestelde vijfdaagse of driedaagse tocht over de Albsteig.
De start van de Albsteig bevindt zich bij treinstation Albbruck en is per trein uitstekend bereikbaar vanuit Nederland.
Voor de meest gunstige dagetappes plande Dap ons wandelrondje vanuit station Waldshut om over de Hochrhein Höhenweg bij Albbruck op de Albsteig te belanden (dag 1: Waldshut – Rüßwihl: 15km, +600m, -400m).
Het deel Hochrhein Höhenweg was niet heel interessant, maar een aardige warming up!
Verder over de Albsteig naar Wolpadingen (dag 2: 16km, +1000m, -700m), Sankt Blasien (dag 3: 19km, +800m, -900m), Feldberg (dag 4: 20km, +800m, -400m) en weer Sankt Blasien (dag 5: 21km, +500m, -1000m).
Vanaf hier gaan we terug over de Mittelweg en Wolfssteig naar Waldshut via Nöggenschwiel: dag 6: 16km, +600m, -700m en dag 7: 14km, +300m, -600m. Aansluitend weer per trein terug naar Nederland.
De wandeling van Nöggenschwiel naar Albbruck over de Wolfssteig was niet heel boeiend. Je kunt in Nöggenschwiel ook kiezen om de Mittelweg te blijven volgen, die telt wat minder kilometers.
Voor een wandeltocht onder mooie herfstkleuren gokte Blogout op eind oktober.
Dit is echt het einde van het wandelseizoen: rond 1 november sluiten veel accomodaties.
In de dalen loopt de herfst ongeveer gelijk met die in Nederland: er zijn al heel wat najaarskleuren zichtbaar.
Rond de 1000 meter tref je berk, lijsterbes en esdoorn in geweldige herfsttint!
Pro-tip: neem oordopjes mee. De kerkklokken beginnen vanaf zes uur 's ochtends (!) te luiden.